Terug

Akkoord vroegpensioenregeling

24 oktober 2024
Loonbelasting

Werknemersorganisaties, werkgeversorganisaties en het kabinet hebben een akkoord bereikt over een vroegpensioenregeling. De huidige regeling voor vervroegd uittreding (RVU) blijft ook na 2025 bestaan. Op grond van deze regeling kan een werknemer drie jaar voorafgaand aan de AOW-leeftijd stoppen met werken, mits de uitkering onder de drempel voor de RVU-heffing blijft. Deze drempel is gekoppeld aan de netto AOW-uitkering. Volgens het akkoord wordt dit bedrag vanaf 2026 met € 300 verhoogd voor werknemers met een laag inkomen of weinig aanvullend pensioen.

Onderdeel van het akkoord is dat partijen gezamenlijk komen met maatregelen voor duurzame inzetbaarheid. De maatregelen bevatten onder meer de volgende elementen:

  • Verbeteren van arbeidsomstandigheden;
  • Zwaar werk minder zwaar maken, zo dicht mogelijk bij de bron van de belasting;
  • Langdurige blootstelling aan zwaar werk verminderen;
  • Een gerichte aanpak om mensen tijdig van zware naar lichtere functies te begeleiden;
  • Een positieve stimulans voor werkgevers en werknemers om minimaal tot de AOW-leeftijd door te werken.

Over de uitwerking hiervan overleggen partijen nog. Afgesproken is dat dit uiterlijk in de maand mei van 2025 is afgerond.

De kosten van de verlenging van de RVU wordt gedekt door een verhoging van het RVU-heffingspercentage en van de Aof-premie.

Bronvermelding

  • datum: 24 oktober 2024
  • bureau: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  • karakter: publicatie
  • nummer: 2024-0000889369

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Verlaagd btw-tarief voor verhuur zeiljachten
Een ondernemer biedt een 'all-in' jaarabonnement voor zeiljachten aan en meent dat het verlaagde btw-tarief voor sportbeoefening daarop van toepassing is. De inspecteur stelt echter dat deze dienst belast is met 21% btw. De casus belandt uiteindelijk
Formeel recht
Mag een bestuursorgaan in hoger beroep terugkomen op eerdere ontvankelijkverkaring bezwaar?
Hof Amsterdam heeft onlangs geoordeeld over de vraag of een bestuursorgaan in een belastingzaak in de beroepsfase alsnog de tijdigheid van een eerder ontvankelijk verklaard bezwaar aan de orde mag stellen, terwijl dit bezwaar inhoudelijk is
Overdrachtsbelasting
Villa met praktijkruimte: is de praktijkruimte onderdeel van de woning?
Een echtpaar kocht een villa, die voorheen als woonhuis en praktijkruimte van een huisarts diende, en betaalde 2% overdrachtsbelasting over de koopsom. Echter, toen de inspecteur op de hoogte raakte van de aankoop, legde hij een naheffingsaanslag