Terug

Belastingadviseur faalt bij onderbouwing zakelijke kosten

9 januari 2025
Ondernemingswinst

Een belastingadviseur raakte verwikkeld in een juridische strijd met de Belastingdienst over de zakelijkheid van diverse kostenposten in zijn aangiften IB voor de jaren 2015-2017. De Belastingdienst accepteerde meerdere kostenposten niet en stelde de aanslagen vast naar hogere inkomens dan de belastingadviseur had aangegeven. Er volgde een procedure over de vraag of de Belastingdienst de aanslagen te hoog heeft vastgesteld.

Standpunt van de belastingplichtige

De belastingadviseur beargumenteerde dat diverse zakelijke kosten ten onrechte zijn gecorrigeerd. Hij claimde onder meer huisvestingskosten voor een werkkamer in zijn voormalige woning. Zijn drie kinderen zouden werkzaam zijn geweest in de onderneming: één kind als ICT-medewerker voor 24 uren per week en de andere twee kinderen als administratief medewerker voor respectievelijk 8 en 10 uren per week. Daarnaast claimde de belastingadviseur forfaitaire dagvergoedingen voor buitenlandse reizen en diverse andere kostenposten.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur corrigeerde de aangegeven belastbare inkomens fors: in 2015 met € 25.710, in 2016 met € 21.314 en in 2017 met € 48.485. Vooral in 2017 werden grote correcties doorgevoerd: de huisvestingskosten werden met € 20.000 gecorrigeerd, de loonkosten met € 24.812, meerdere kleinere correcties op afschrijvingen met € 3.676, de overige kosten met € 3.000 en tot slot de KIA  met € 4.889. De inspecteur betwistte de werkzaamheden van de kinderen, omdat de activiteiten van de onderneming voornamelijk bestonden uit interim-management op locatie bij overheden en de fiscale adviespraktijk vooral bestond uit het halen van PE-punten. Daarnaast werd geen professionele boekhoudsoftware gebruikt (alleen Excel) en had de onderneming geen website, waardoor onduidelijk was welke ICT-werkzaamheden zouden zijn verricht. Tot slot vond de inspecteur de 42 uren die de kinderen per week zouden werken niet in verhouding staan tot de werkelijke activiteiten, zeker omdat de ex-partner ook nog drie dagen per week zou werken voor de onderneming.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank verklaarde de beroepen grotendeels gegrond en verminderde de aanslagen. De belastingadviseur was echter niet tevreden met deze verminderingen en ging in hoger beroep. 

Oordeel van het hof

Het hof verminderde de aanslagen nog verder dan de rechtbank had gedaan. Het hof liet extra internetkosten in aftrek toe voor alle jaren. Verder oordeelde het hof dat de belastingadviseur niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de werkkamer in zijn voormalige woning daadwerkelijk heeft gebruikt voor zijn onderneming. Tot slot acht het hof niet aannemelijk dat de kinderen werkzaamheden voor de ondernemer hebben verricht, aangezien de belastingadviseur de taken van zijn kinderen niet kon specificeren.

Tip

Deze zaak benadrukt het belang van een gedegen onderbouwing van zakelijke kosten. Zorg voor een goede administratie waaruit de zakelijkheid van kosten blijkt. Dit geldt in het bijzonder voor kosten die een privé-element kunnen bevatten, zoals huisvesting en vergoedingen aan familieleden. Neem gerust contact met ons op voor meer informatie over de fiscale behandeling van uw ondernemingskosten.

Bronvermelding

  • datum: 9 januari 2025
  • bureau: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHARL20247516, BK-ARN 23/114 tot en met 23/119

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Paardenaccommodatie als onderdeel van de eigen woning?
In hoger beroep bij het hof was de vraag of de hypotheekschuld voor de paardenaccommodatie van de belanghebbende onderdeel is van de eigenwoningschuld. Dat zou tot gevolg hebben dat de rente over dat deel van de schuld aftrekbaar is. De rechtbank
Eindejaarsactualiteiten
Einde handhavingsmoratorium arbeidsrelaties
In 2016 is de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) ingevoerd. Met deze wet zijn de verklaringen arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. De wet DBA heeft geleid tot onrust en discussie, met als gevolg de instelling van een
Eindejaarsactualiteiten
Aanpassingen in de 30%-regeling
Voor werknemers met een specifieke deskundigheid, die uit het buitenland zijn aangeworven, kan op verzoek de 30%-regeling worden toegepast. Het loon van de werknemer, exclusief de vrijgestelde vergoeding, dient in 2024 ten minste € 46.107 te