Terug

Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep

5 december 2024
Formeel recht

Heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)? Deze vraag staat centraal in het hoger beroep van de belanghebbende tegen de hoogte van de proceskostenvergoeding, die door de rechtbank is vastgesteld op € 150. De belanghebbende vindt dat geen sprake is van bijzondere omstandigheden, die een afwijking van de reguliere hoogte van de proceskostenvergoeding rechtvaardigen. Het hof buigt zich over de vraag of de vastgestelde bijzondere omstandigheden deze afwijking van de standaardvergoeding rechtvaardigen.

De feiten

Aan de belanghebbende is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. Tegen de naheffingsaanslag heeft hij bezwaar gemaakt, waarbij om uitstel van betaling is verzocht. Omdat de belanghebbende de naheffingsaanslag niet tijdig heeft betaald, heeft de invorderingsambtenaar hem aangemaand alsnog te betalen en daarbij € 8 aan aanmaningskosten in rekening gebracht. De belanghebbende heeft tegen de beschikking aanmaningskosten bezwaar gemaakt. De invorderingsambtenaar heeft het bezwaar ongegrond verklaard, waarna de belanghebbende naar de rechter stapte.

Standpunt van de belanghebbende

De belanghebbende is van mening dat de door de rechtbank genoemde omstandigheden geen bijzondere omstandigheden zijn zoals bedoeld in het Bpb. De omstandigheden hebben volgens hem vooral betrekking op het gewicht van de zaak en niet op uitzonderlijke factoren die een afwijking rechtvaardigen van de forfaitaire proceskostenvergoeding. De belanghebbende verzoekt om vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en om een vergoeding van de proceskosten met een wegingsfactor 0,5, te vermeerderen met de wettelijke rente.

Standpunt van de invorderingsambtenaar

De invorderingsambtenaar is van mening dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden, die afwijking van de forfaitaire proceskostenvergoeding rechtvaardigen. De invorderingsambtenaar voert aan dat de bezwaar- en beroepschriften grotendeels uit standaardteksten bestonden en dat de zaak weinig inhoudelijke complexiteit had. Bovendien wijst de invorderingsambtenaar op het zeer geringe financiële belang van de zaak, namelijk € 8, en stelt dat een volledige proceskostenvergoeding niet in verhouding staat tot het financiële belang van de zaak. Tot slot benadrukt hij dat de geleverde inspanningen voor deze zaak beperkt waren, gezien het gebruik van standaardteksten. Daarom is een lagere vergoeding van € 150 passend en redelijk.

Oordelen van de rechtbank en het hof

De rechtbank heeft geoordeeld dat de bijzondere omstandigheden die door de invorderingsambtenaar zijn aangevoerd, zoals het gebruik van standaardteksten en het geringe financiële belang, voldoende reden zijn om af te wijken van de forfaitaire regeling. De rechtbank achtte een lagere vergoeding passend. Daarom heeft de rechtbank de proceskostenvergoeding vastgesteld op € 150.

Het hof oordeelt echter anders. Volgens het hof zijn de door de rechtbank genoemde omstandigheden niet aan te merken als bijzondere omstandigheden, die afwijking toestaan van de normale toepassing van het Bpb. Het hof overweegt dat de invorderingsambtenaar het bezwaar tegen de aanmaningskosten ongegrond heeft verklaard, terwijl hij wist van het in het bezwaarschrift tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting opgenomen verzoek om uitstel van betaling. Daarnaast is het hof van oordeel dat het zeer geringe belang en het gebruik van standaardteksten wel invloed hebben op het gewicht van de zaak, maar niet als bijzondere omstandigheden kwalificeren. Het hof benadrukt dat de uitzondering wegens bijzondere omstandigheden alleen bedoeld is voor uitzonderlijke situaties, waarin strikte toepassing van de forfaitaire regeling onrechtvaardig zou zijn.

Tip

Deze zaak laat zien dat het belangrijk is om tijdig bezwaar te maken en daarbij zorgvuldig alle relevante argumenten in te brengen, zodat uw standpunten goed worden onderbouwd en geen onnodige afwijkingen van de standaardvergoeding ontstaan. Heeft u zelf te maken met een bezwaar- of beroepsprocedure en vraagt u zich af of de proceskostenvergoeding juist is berekend? Neem gerust contact met ons op voor deskundig advies.

Bronvermelding

  • datum: 5 december 2024
  • bureau: Gerechtshof Den Haag
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHDHA20242085, BK-23/933

Misschien ook intressant

Eindejaarsactualiteiten
Toepassing werkkostenregeling 2024
Vrije ruimte Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen
Eindejaarsactualiteiten
Salaris dga over 2024
De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werk voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Het gebruikelijk loon is in 2024 het hoogste van de volgende bedragen: het salaris uit de meest vergelijkbare
Eindejaarsactualiteiten
Let op de hoogte van de schuld aan de eigen bv!
Houders van een aanmerkelijk belang in een bv (5% of meer van de aandelen) moeten inkomstenbelasting in box 2 betalen over schulden aan de eigen bv voor zover deze op 31 december 2024 meer bedragen dan € 500.000. Per 31 december 2023 gold een