Terug

Fiscale implicaties van afgewaardeerde leningen in bedrijfsfinanciën

20 juni 2024
Vennootschapsbelasting

Een bv verstrekte in 2017 een achtergestelde lening aan een dochtermaatschappij, die zich midden in een financiële crisis bevond. De bv heeft de lening later in hetzelfde jaar afgewaardeerd toen duidelijk werd dat terugbetaling onwaarschijnlijk was. De bv wilde het afwaarderingsverlies ten laste van haar fiscale winst van 2017 brengen. De inspecteur bracht bij de aanslag een correctie aan op de aangegeven winst. Naar zijn mening was de lening onzakelijk, omdat geen onafhankelijke partij onder dezelfde voorwaarden een dergelijke lening zou hebben verstrekt, gezien het evidente risico van niet-terugbetaling. De onzakelijkheid van de lening verhinderde dat het afwaarderingsverlies ten laste van de fiscale winst van de bv kon worden gebracht. De bv maakte bezwaar tegen de aanslag, maar de inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard. 

Dit leidde tot de fundamentele vraag: belemmert de fiscale en commerciële afwaardering in 2017 het fiscaal verrekenen van dit verlies in 2018?
 
De bv stelde in de procedure over het jaar 2018 dat het afwaarderingsverlies, dat commercieel en fiscaal in 2017 was verantwoord, onterecht door de inspecteur niet in aftrek was toegelaten. Zij voerde aan dat er, gegeven dat het verlies al in 2017 werd verantwoord, geen belemmering moest zijn om dit verlies in 2018 in aanmerking te nemen, temeer omdat 2018 een beter jaar was voor het in aanmerking nemen van het verlies, omdat de dochtermaatschappij in dat jaar failliet is verklaard. De inspecteur hield echter voet bij stuk. De afwaardering had plaatsgevonden in 2017 en de boekwaarde van de vordering stond aan het eind van dat jaar op nihil. Deze omstandigheden maakten dat er volgens de inspecteur geen ruimte was voor verdere afwaardering in 2018. 
 
De rechtbank oordeelde dat de afwaardering van de lening zowel commercieel als fiscaal in 2017 was verwerkt en dat het bedrijf de aanslag van 2017 had geaccepteerd. De omstandigheid dat de afwaardering de fiscale winst van 2017 niet had geraakt – omdat de lening als onzakelijk was gekwalificeerd door de inspecteur – deed daar niets aan af. Een nieuwe afwaardering in 2018 was volgens de rechtbank daarom niet toegestaan.
 
Deze zaak illustreert niet alleen de fiscale complicaties die ontstaan bij leningen binnen een concern, maar dient ook als een belangrijke waarschuwing voor bestuurders en aandeelhouders. Het is essentieel om zorgvuldig de voorwaarden en de zakelijkheid van dergelijke transacties te overwegen en te documenteren. Raadpleeg voor het verstrekken van leningen aan uw eigen bedrijf of binnen het concern altijd een fiscaal adviseur om zeker te zijn dat alle aspecten van de lening voldoen aan de fiscale eisen. Zo beperkt u het risico op onaangename fiscale verrassingen.
 

Bronvermelding

  • datum: 20 juni 2024
  • bureau: Rechtbank Den Haag
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBDHA20247943, SGR 23/2639

Misschien ook intressant

Ondernemingswinst
Evaluatie landbouwvrijstelling
Onlangs is een periodieke evaluatie van de landbouwvrijstelling uitgevoerd. Het rapport van de evaluatie is aan de Tweede Kamer aangeboden. Volgens het onderzoeksbureau SEO is de regeling niet doeltreffend en ook niet doelmatig. De regeling kan
Formeel recht
Moeten alle op de zaak betrekking hebbende stukken worden opgestuurd?
De heffingsambtenaar heeft een aanslag onroerendezaakbelastingen opgelegd. De belanghebbende is het met de hoogte van de WOZ-waarde niet eens en vraagt de heffingsambtenaar om een schriftelijke onderbouwing van de waarde. De heffingsambtenaar zet de
Inkomstenbelasting
Omvang terbeschikkingstelling
De opbrengst van de terbeschikkingstelling van vermogensbestanddelen aan een vennootschap, waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, wordt tot resultaat uit overige werkzaamheden gerekend. In een procedure voor Hof Den Bosch was de