Terug

Geen ingekomen werknemer

25 juli 2024
Loonbelasting

Voor de toepassing van de 30%-regeling is vereist dat de werknemer kwalificeert als ingekomen werknemer. Dat houdt onder meer in dat de werknemer door een inhoudingsplichtige is aangeworven uit een ander land.

De Belastingdienst heeft het verzoek om toepassing van de 30%-regeling geweigerd, omdat de betrokken werknemer geen ingekomen werknemer is. Op het moment van aangaan van de arbeidsovereenkomst woonde de werknemer in Nederland. De werknemer bestreed de weigering omdat hij van mening is dat hij kwalificeert als een ingekomen werknemer. Hij verbleef in Nederland met een tijdelijk verblijfsrecht voor het zoeken van een baan. Een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland ontbrak. De werknemer stelde dat hij naar Nederland is gekomen om toegang te hebben tot de Europese arbeidsmarkt.

De Belastingdienst wees erop dat de werknemer al voor het aangaan van de arbeidsovereenkomst stond ingeschreven in de basisregistratie personen. De werknemer is op eigen initiatief naar Nederland gekomen op een visum, dat is gericht op de verkrijging van een dienstverband. Uit niets blijkt dat hij van plan was om terug te keren naar het land van herkomst of naar een ander land. In de arbeidsovereenkomst staat dat de werknemer woonachtig is in Nederland. De werknemer heeft in Nederland aangifte inkomstenbelasting over 2021 gedaan als fiscaal inwoner met ingang van 21 augustus 2021.

De rechtbank is van oordeel dat de werknemer in Nederland woonde op het moment van het aangaan van de arbeidsovereenkomst.

Bronvermelding

  • datum: 25 juli 2024
  • bureau: Rechtbank Noord-Holland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBNHO20245396, HAA 23/1446

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Feitelijk gescheiden levende gehuwden blijven elkaars fiscale partner
Een procedure voor Hof Den Bosch betrof de vraag of apart wonende gehuwden voor de belastingheffing als alleenstaande kunnen worden aangemerkt. Het geschil spitste zich toe op de vragen of sprake is van fiscaal partnerschap en of de
Overdrachtsbelasting
Startersvrijstelling overdrachtsbelasting geldt niet voor verkrijging schoolgebouw
Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken wordt overdrachtsbelasting geheven. De belasting bedraagt in beginsel 10,4% van de waarde van de onroerende zaak. Onder voorwaarden geldt voor de verkrijging van een woning een lager tarief
Belastingplan
Tweede nota van wijziging Belastingplan 2025
De staatssecretaris van Financiƫn heeft de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota van wijziging bevat maatregelen, die zijn aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij het pakket