Terug

Geen opgewekt vertrouwen door vooraf ingevulde aangifte

20 maart 2025
Inkomstenbelasting

Een man geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting het inkomen uit twee bv’s op. Aan de man wordt geautomatiseerd en geheel conform de ingediende aangifte een voorlopige aanslag opgelegd. In de definitieve aanslag neemt de inspecteur ook inkomsten uit een derde bv op. De man gaat hiertegen in beroep. Hij stelt dat hij niet begrijpt waar het bij de aanslag terug te betalen bedrag vandaan komt, omdat alle gegevens vooraf in de aangifte waren ingevuld en hij erop vertrouwde dat de vooraf ingevulde aangifte juist was.

De rechtbank oordeelt dat de man zelf verantwoordelijk is voor de juistheid van de gegevens in zijn aangifte. Hij had deze moeten controleren en, indien nodig, aanpassen. Omdat de man loon van de derde bv heeft ontvangen, moet hij zich bij controle van de vooraf ingevulde gegevens op het aangifteformulier er ook bewust van zijn geweest dat deze loongegevens hadden moeten worden opgegeven. Hij mocht er daarom niet zonder meer van uitgaan dat de aanslag conform de vooraf ingevulde aangifte zou worden opgelegd.  

Opmerkelijk is dat uit een logbestand van de datum van indiening van de aangifte blijkt dat de loongegevens van de derde bv wel in de vooraf ingevulde aangifte stonden. De man heeft deze gegevens kennelijk zelf verwijderd. De man kan daarom geen geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel doen. Dat betekent dat de inspecteur terecht de aanvullende looninkomsten heeft meegenomen in de aanslag.  

Bronvermelding

  • datum: 20 maart 2025
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBZWB:2025:1264

Misschien ook intressant

Formeel recht
Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep
Heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)? Deze vraag staat centraal in het hoger beroep van de belanghebbende tegen de hoogte van de
Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een
Inkomstenbelasting
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat