Terug

Gevolgen verliesverrekening voor aanslag waarmee verlies is verrekend

21 februari 2024
Inkomstenbelasting

Een ondernemer leed in 2018 verlies. De inspecteur heeft het vastgestelde verlies bij beschikking verrekend met de aanslag inkomstenbelasting over 2015. In reactie op de beschikking verliesverrekening vragen de ondernemer en zijn fiscale partner de inspecteur om een herverdeling van het inkomen in box 3 over het jaar 2015. De inspecteur wijst dit af, waarop de ondernemer en zijn partner in beroep gaan bij de rechtbank. De vraag is of de verdeling van gezamenlijke inkomensbestanddelen kan worden herzien als een onherroepelijk vaststaande aanslag wordt verminderd als gevolg van een beschikking verliesverrekening.

Wat bekent bezwaar tegen achterwaartse verliesverrekening?

In de beschikking achterwaartse verliesverrekening is aangegeven dat hiertegen bezwaar kan worden gemaakt. Gezien het feit dat er in het belastingrecht alleen bezwaar kan worden gemaakt tegen een voor bezwaar vatbare beschikking, is dit de ingang voor bezwaar en beroep. Echter, de inspecteur heeft de brief van de ondernemer en zijn partner opgevat als verzoeken om ambtshalve vermindering. Dit leidt ertoe dat hij de ondernemer laat weten dat een herverdeling van de grondslag sparen en beleggen niet mogelijk is omdat beide aanslagen reeds onherroepelijk vaststaan. Is door de opstelling van de inspecteur sprake van het onthouden van rechtsbescherming nu de inspecteur het bezwaarschrift ongegrond verklaart? De inspecteur stelt dat achterwaartse verliesverrekening niet impliceert dat de aanslag niet onherroepelijk vaststaat. Daarom is het niet mogelijk om terug te komen op de in de aangifte vermelde verdeling van aftrekposten.

Oordeel hof

Het hof oordeelt, net als de rechtbank, dat het feit dat bezwaar tegen een beschikking verliesverrekening openstaat, niet betekent dat daarmee ook bezwaar kan worden gemaakt tegen de onherroepelijk vaststaande aanslag waarmee het verlies wordt verrekend. Wel overweegt het hof dat een wettelijke regeling moet worden geïnterpreteerd met inachtneming van doel en strekking van de wet, vooral als de letterlijke toepassing van de wet tot onvoorziene gevolgen leidt. Volgens het hof moet de rechter zich afvragen of de wetgever deze situatie heeft voorzien en de gevolgen heeft willen aanvaarden.

Onvoorziene omstandigheid

Het hof is van oordeel dat de wetgever de wettelijke regeling en begrenzing van de verdeling van aftrekposten en gezamenlijke inkomensbestanddelen noodzakelijk acht voor de uitvoerbaarheid van de regeling, omdat elke aanpassing gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld de toeslagen. De wetgever heeft niet voorzien dat door de achterwaartse verliesverrekening het belastbare inkomen van een belastingplichtige zodanig kan wijzigen dat daardoor een heffingskorting niet meer kan worden benut. Omdat de verliesverrekening geen gevolgen heeft voor de toeslagen, schuift het hof de wet opzij en stelt de aanslagen vast conform het verzoek van de ondernemer en zijn partner.

Tip: Hebt u een verlies uit onderneming geleden? Controleer dan zorgvuldig of de achterwaartse verliesverrekening invloed heeft op uw heffingskortingen. Bij twijfel is het verstandig om uw situatie aan ons voor te leggen.

Bronvermelding

  • datum: 21 februari 2024
  • bureau: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHSHE2024515, 22/00814 tot en met 22/00817

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Analyse arresten Hoge Raad box 3
Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht schenden als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. De staatssecretaris
Loonbelasting
Geen ingekomen werknemer
Voor de toepassing van de 30%-regeling is vereist dat de werknemer kwalificeert als ingekomen werknemer. Dat houdt onder meer in dat de werknemer door een inhoudingsplichtige is aangeworven uit een ander land. De Belastingdienst heeft het verzoek om
Overige heffingen
Waardebepaling recreatieterrein inclusief stacaravans op verhuurde jaarplaatsen
Een gemeente heeft bij de bepaling van de WOZ-waarde van een recreatieterrein de waarde van de daarop aanwezige stacaravans meegenomen. De stacaravans staan op vaste jaarplaatsen, zonder dat er een recht van opstal is gevestigd. De heffingsambtenaar