Terug

Hof oordeelt over fiscaal inwonerschap van Nederland

5 september 2024
Internationaal

Het antwoord op de vraag naar het fiscale inwonerschap van een land is van groot belang, aangezien het bepaalt of een land belasting mag heffen over het volledige wereldinkomen van de betrokken persoon. De fiscale woonplaats is vaak onderwerp van discussie, vooral wanneer  iemand pendelt tussen landen of recentelijk is verhuisd. Hoe oordeelde het hof in deze casus?

Standpunt van de belastingplichtige

De belastingplichtige, een chief financial officer (CFO), stelde dat hij vanaf 1 januari 2016 tot en met 17 april 2016 niet in Nederland woonde en daarom niet binnenlands belastingplichtig was. Hij voerde aan, dat hij sinds 2012 voornamelijk in het buitenland verbleef en pas op 18 april 2016 weer inwoner van Nederland werd. Hij baseerde zijn belastingaangifte op de aanname dat hij in deze periode slechts gedeeltelijk belastingplichtig was in Nederland. De belastingplichtige claimde in verband daarmee significante aftrekposten, waaronder een persoonsgebonden aftrek van € 1,5 miljoen.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur was het hier niet mee eens en stelde dat de CFO het gehele jaar 2016 fiscaal inwoner van Nederland was. Dit zou betekenen dat het volledige wereldinkomen van de CFO in Nederland belastbaar was, inclusief salaris, bonussen en Restricted Stock Units die hij in dat jaar ontving. Daarnaast betwistte de inspecteur de aftrekposten die de belastingplichtige claimde, aangezien deze gebaseerd waren op een verkeerde inschatting van zijn fiscale woonplaats.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank ging deels mee in het standpunt van de CFO. Het hof oordeelde echter in hoger beroep anders.

Oordeel van het hof

Het hof oordeelde dat de CFO gedurende het gehele jaar 2016 fiscaal inwoner van Nederland was. Dit oordeel is gebaseerd op enkele belangrijke punten:

  • Beschikking over een woning: de belastingplichtige en zijn echtgenote beschikten in de relevante periode over een woning in Nederland. De woning was niet verhuurd en daardoor gedurende het gehele jaar beschikbaar voor eigen gebruik.
  • Substantieel verblijf: de belastingplichtige verbleef in de eerste maanden van 2016 substantieel in Nederland, hetgeen duidt op een duurzame band met  Nederland.
  • Duurzame band: het hof oordeelde dat de belastingplichtige een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland had, die hem tot binnenlands belastingplichtige maakte voor heel 2016.

Omdat hij als fiscaal inwoner van Nederland wordt beschouwd, is zijn volledige wereldinkomen belast in Nederland. Als gevolg hiervan werd de persoonsgebonden aftrek van € 1,5 miljoen aanzienlijk beperkt, aangezien de omstandigheden rond zijn fiscale woonplaats anders lagen dan hij had voorgesteld.

Conclusie

Deze zaak onderstreept het belang van een duidelijke en goed gedocumenteerde vaststelling van uw fiscale woonplaats, vooral als u pendelt tussen verschillende landen. Neem geen risico's en zorg ervoor dat uw fiscale positie helder en verdedigbaar is. Neem voor persoonlijk advies en begeleiding contact met ons op. Zo voorkomt u onaangename fiscale verrassingen!

Bronvermelding

  • datum: 5 september 2024
  • bureau: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHSHE20242230, 22/1088

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiƫle verwevenheid
Een bedrijf, dat facilitaire diensten verleent aan een stichting, meende op basis van een eerdere beschikking van de Belastingdienst dat het onderdeel was van een fiscale eenheid omzetbelasting met die stichting. De inspecteur betwistte dit en legde
Overdrachtsbelasting
Het belang van de intentie van de koper van een woning
Een echtpaar kocht een woning en kort daarna een tweede woning. De vraag was of de verkrijging van beide woningen belast kon worden met het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting van 2%, ondanks dat de kopers al een koopovereenkomst hadden
Formeel recht
Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete
Een man kreeg vergrijpboetes opgelegd in verband met ten onrechte in aftrek gebrachte alimentatiebetalingen in zijn belastingaangiften over 2019 en 2020. Na een verzoek om informatie door de Belastingdienst bleek dat hij ook nadat de