Terug

Hoge Raad beslist: maaltijdkosten zakelijk, ‘tenzij…’

7 november 2024
Ondernemingswinst

Een ondernemer, die op verschillende locaties in Nederland werkzaam was, had een geschil met de inspecteur over de aftrek van de kosten van maaltijden tijdens zakelijk verblijf elders. De inspecteur weigerde de aftrek van deze kosten, terwijl de ondernemer stelde dat de maaltijden zakelijk waren, aangezien hij op de locaties geen faciliteiten had om zelf te koken. De Hoge Raad heeft op 18 oktober 2024 een belangrijke uitspraak gedaan over de vraag of dergelijke kosten als zakelijke uitgaven in aftrek kunnen worden gebracht. Opvallend is dat partijen het eens waren dat de verblijfskosten zelf zakelijk waren, maar de discussie zich concentreerde op de aftrekbaarheid van de maaltijdkosten.

Feiten

De ondernemer, een consultant, werkte in 2014 en 2015 voor langere periodes in Amsterdam en Tilburg. Hij huurde daar verblijfsruimten zonder volledige kookfaciliteiten en at daarom zijn maaltijden buiten de deur. De maaltijdkosten bracht hij in aftrek als zakelijke kosten in zijn aangifte inkomstenbelasting. De inspecteur weigerde de kosten in aftrek toe te laten, omdat hij van mening was dat de maaltijdkosten niet zakelijk waren, maar een privékarakter hadden.

Oordeel van het hof 

Het hof oordeelde dat de verblijfskosten van de ondernemer in Amsterdam en Tilburg weliswaar zakelijk waren, maar dat dit niet gold voor de kosten van de maaltijden. Het hof oordeelde dat de noodzaak om te eten en te drinken een persoonlijke behoefte is, ongeacht of de maaltijden thuis of elders worden genuttigd. Omdat deze kosten volgens het hof voornamelijk een privékarakter hebben, kunnen ze niet als zakelijke kosten worden afgetrokken.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad heeft dit oordeel van het hof verworpen. De Hoge Raad oordeelt dat maaltijdkosten kunnen worden aangemerkt als gemengde kosten, die zowel zakelijke als privé-elementen bevatten. Het is volgens de Hoge Raad onjuist om te stellen dat de noodzaak om te eten de kosten volledig privé maakt. Maaltijden, die genuttigd worden tijdens een zakelijk verblijf, worden immers deels gemaakt met zakelijke overwegingen en om deze reden kunnen deze kosten gedeeltelijk in aftrek komen met inachtneming van de aftrekbeperkingen van de Wet IB 2001. Daarnaast benadrukte de Hoge Raad dat de rechter het laatste woord heeft bij de beoordeling van de aard van gemengde kosten. Als er twijfel is of bepaalde kosten zakelijk of privé zijn, heeft de rechter de vrijheid hierover te oordelen. In dit geval oordeelde de Hoge Raad dat de maaltijdkosten grotendeels voortkwamen uit zakelijke belangen en daarom gedeeltelijk aftrekbaar zijn binnen de wettelijke aftrekbeperkingen.

Aftrekbeperking Wet IB 2001

De Wet IB 2001 beperkt de aftrekbaarheid van gemengde kosten, zoals kosten voor voedsel, drank, en representatie, die zowel een zakelijk als een privé-element bevatten. Deze kosten zijn tot een bedrag van € 5.600 niet aftrekbaar. De ondernemer kan ervoor kiezen in plaats daarvan 80% van de gemaakte kosten in aftrek te brengen, terwijl de resterende 20% niet in aftrek kan worden gebracht. Deze regeling is bedoeld om te voorkomen dat ondernemers persoonlijke kosten volledig ten laste van hun onderneming brengen.

Advies

Met het arrest van de Hoge Raad is het niet zo dat ondernemers onbeperkt op kosten van de zaak kunnen eten. Het blijven uitgaven die de winst beïnvloeden en de ondernemer moet kunnen aantonen dat de kosten zakelijk zijn. De basisregel is: uitgaven voor eten en drinken tijdens een zakelijk verblijf kunnen zakelijk zijn, tenzij de rechter anders beslist. Het is dus van belang om goed bij te houden waarom de uitgave gedaan is en om de aftrekbeperkingen in de gaten te houden.

Bronvermelding

  • datum: 7 november 2024
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLHR20241472, 22/01689

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Landbouwvrijstelling bij inbreng van cultuurgrond in maatschap
In deze zaak gaat het om de toepassing van de landbouwvrijstelling op cultuurgrond, die aanvankelijk is verpacht en later is ingebracht in een maatschap. Ten tijde van het verpachten van de grond behoorde de grond tot het
Omzetbelasting
Verlaagd btw-tarief van toepassing op gratis servicebeurt?
Een fabrikant van e-bikes biedt bij de verkoop van een fiets de eerste servicebeurt gratis aan. De fabrikant stelt dat een deel van de verkoopprijs moet worden aangemerkt als een vooruitbetaling voor deze servicebeurt, waarvoor het verlaagde
Inkomstenbelasting
Geen verliesaftrek door onjuiste vermogensetikettering?
Een startende projectontwikkelaar kocht een perceel grond om daarop een pand te bouwen. De bedoeling was om dit met winst te verkopen. Het pand zou deels dienen als woonruimte en deels als kantoorruimte. De projectontwikkelaar heeft het perceel als