Terug

Hoge Raad in Uber-zaak: chauffeurs kunnen zowel zelfstandigen als werknemers zijn

6 maart 2025
Arbeidsrecht

De Hoge Raad heeft een aantal juridische vragen beantwoord in de rechtszaak tussen Uber en vakbond FNV. De vakbond eist dat Uber de CAO Taxivervoer toepast op alle chauffeurs, omdat zij volgens de FNV eigenlijk werknemers zijn en geen zelfstandigen. Het gerechtshof Amsterdam twijfelde over een aantal juridische vragen en legde deze voor aan de Hoge Raad.

Wanneer is iemand een werknemer en wanneer een zelfstandige?

De belangrijkste vraag in deze zaak is of je Uber-chauffeurs als werknemers of als zelfstandige ondernemers moet beschouwen? De Hoge Raad oordeelt hierover als volgt:

  • het feit dat iemand zich als ondernemer gedraagt, kan doorslaggevend zijn;
  • twee chauffeurs die hetzelfde werk doen voor Uber, kunnen toch een verschillende juridische status hebben;
  • voor de beoordeling telt niet alleen wat er gebeurt binnen de relatie met Uber, maar ook wat chauffeurs daarbuiten doen:
    • binnen de relatie met Uber: hoeveel vrijheid heeft de chauffeur, loopt hij commercieel risico, heeft hij invloed op de prijzen?
    • buiten de relatie met Uber: werkt de chauffeur ook voor anderen, doet hij aan acquisitie, hoe presenteert hij zich fiscaal, heeft hij geïnvesteerd in zijn onderneming?

Dit betekent concreet het volgende: als chauffeur A alleen voor Uber rijdt, geen bedrijfsinvesteringen doet en weinig risico loopt, kan hij als werknemer worden gezien. Maar als chauffeur B voor meerdere platforms rijdt, zelf heeft geïnvesteerd in zijn auto, zakelijke verzekeringen heeft afgesloten en zich naar klanten toe als ondernemer presenteert, kan hij als zelfstandige worden beschouwd - ook al zijn de afspraken met Uber en de werkzaamheden precies hetzelfde.

Wat betekent dit in de praktijk voor Uber-chauffeurs?

  1. Geen one-size-fits-all-oplossing: niet alle Uber-chauffeurs zullen automatisch als werknemer of als zelfstandige worden beschouwd. Er zal gekeken worden naar hun individuele situatie.
  2. Ondernemerschap weegt zwaar: chauffeurs die zich echt als ondernemer gedragen (meerdere opdrachtgevers, eigen investeringen, actieve klantenwerving) hebben een sterkere positie om als zelfstandige te worden gezien.
  3. Groepsindeling mogelijk: het gerechtshof Amsterdam mag verschillende groepen chauffeurs onderscheiden, bijvoorbeeld:  
    • chauffeurs die alleen voor Uber rijden zonder ondernemingsactiviteiten (mogelijk werknemers)
    • chauffeurs die een eigen taxibedrijf hebben en voor meerdere platforms/centrales rijden (mogelijk zelfstandigen).
  4. CAO-toepassing: alleen chauffeurs die als werknemer worden aangemerkt, hebben recht op toepassing van de CAO Taxivervoer, met alle bijbehorende rechten zoals vakantiegeld, doorbetaling bij ziekte en pensioenopbouw.

Wat nu?

Het gerechtshof Amsterdam moet nu beslissen welke (groepen) chauffeurs als werknemer moeten worden beschouwd en welke als zelfstandige. Deze uitspraak heeft niet alleen gevolgen voor Uber, maar ook voor andere platformbedrijven zoals Deliveroo, Helpling en Temper.

Voor chauffeurs is het belangrijk om te weten dat hun eigen ondernemersgedrag van invloed kan zijn op hun juridische status. Wie bewust kiest voor zelfstandig ondernemerschap, doet er goed aan dit ook werkelijk in de praktijk te brengen door bijvoorbeeld:

  • voor meerdere opdrachtgevers te werken;
  • te investeren in de eigen onderneming;
  • aan actieve klantenwerving te doen;
  • zich naar buiten toe als ondernemer te presenteren.

Bronvermelding

  • datum: 6 maart 2025
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:HR:2025:319

Misschien ook intressant

Vennootschapsbelasting
Excessieve rente op aandeelhoudersleningen doorbreekt fbi-status
Een bv betwist haar uitsluiting van het fbi-regime en stelt dat de rente op aandeelhoudersleningen zakelijk is. De inspecteur bestrijdt dit standpunt. Daarnaast meent de inspecteur dat de rente van 10% op de aandeelhoudersleningen onzakelijk hoog is.
Vennootschapsbelasting
Bezwaarschriften belastingrente Vpb aangewezen als massaal bezwaar
De staatssecretaris van Financiƫn merkt de bezwaarschriften tegen de belastingrente voor de vennootschapsbelasting en de bronbelasting, de solidariteitsbijdrage, de minimumbelasting en het winstaandeel, die vanaf respectievelijk 1 oktober 2020, 1
Inkomstenbelasting
Advies Raad van State over wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3
De Raad van State heeft zijn advies over het wetsvoorstel Wet tegenbewijsregeling box 3 gepubliceerd. Het wetsvoorstel is bedoeld om het door de Hoge Raad in zijn arrest van 6 juni 2024 verplichte aanvullende rechtsherstel te bieden over de jaren