Terug

Hoge Raad komt met nieuwe uitleg van gering financieel belang voor vergoeding immateriële schade

4 juli 2024
Formeel recht

Een persoon probeerde een vergoeding voor immateriële schade te verkrijgen door te stellen dat de invorderingsrente te laag was vastgesteld. Uiteindelijk belandde de zaak bij de Hoge Raad, die een nieuwe aanpak introduceerde om procedures omwille van dergelijke schadevergoedingen te beperken.

Casus

De persoon had recht op € 1,20 aan invorderingsrente na een verlaging van de aanslag waterschapslasten, maar vond dat dit € 2,00 moest zijn. Hij ging in bezwaar en beroep. Vanwege drukte bij de rechterlijke macht duurde de procedure langer dan twee jaar, wat aanleiding is voor een mogelijke toekenning van een vergoeding voor immateriële schade. Deze schadevergoeding is vastgesteld op € 500 per half jaar waarmee de redelijke termijn van behandeling van twee jaar is overschreden. 

Oordeel rechtbank en hof

De rechtbank en het hof erkenden de termijnoverschrijding, maar kenden geen schadevergoeding toe vanwege het geringe financiële belang van € 0,80. De zaak werd vervolgens voorgelegd aan de Hoge Raad.

Huidige uitleg

De Hoge Raad heeft tot nu toe geoordeeld dat bij een zeer gering financieel belang geen sprake is van spanning en frustratie, waardoor geen immateriële schadevergoeding nodig is. Volgens de Hoge Raad kan bij een financieel belang van minder dan € 15 worden volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden.

Nieuwe uitleg

De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat bij een financieel belang van minder dan € 1.000 geen immateriële schadevergoeding wordt toegekend, mits de termijnoverschrijding niet meer dan twaalf maanden bedraagt. Als bij een financieel belang van minder dan € 1.000 de redelijke termijn met meer dan twaalf maanden wordt overschreden, dan beslist de belastingrechter op een verzoek om vergoeding van immateriële schade naar bevind van zaken. Het staat de belastingrechter ook dan vrij om te volstaan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. De nieuwe aanpak is bedoeld om onnodige procedures te vermijden en de efficiëntie van de belastingrechter te verbeteren. Hierdoor wordt voorkomen dat procedures worden gestart enkel om een schadevergoeding te verkrijgen bij een gering financieel belang. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat bij een zeer gering financieel belang geen sprake is van spanning en frustratie, waardoor geen immateriële schadevergoeding nodig is. In dit arrest verduidelijkt de Hoge Raad wat onder financieel belang wordt verstaan.

Praktische implicaties

Deze nieuwe aanpak van de Hoge Raad zal naar verwachting leiden tot een afname van het aantal procedures om immateriële schadevergoeding bij geringe financiële belangen. Hierdoor wordt de belastingrechter ontlast en wordt de efficiëntie van de rechtspraak verbeterd, terwijl belastingplichtigen duidelijkheid krijgen over wanneer zij wel of geen recht hebben op immateriële schadevergoeding.

Bronvermelding

  • datum: 4 juli 2024
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLHR2024853, 22/04592

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiële verwevenheid
Een bedrijf, dat facilitaire diensten verleent aan een stichting, meende op basis van een eerdere beschikking van de Belastingdienst dat het onderdeel was van een fiscale eenheid omzetbelasting met die stichting. De inspecteur betwistte dit en legde
Overdrachtsbelasting
Het belang van de intentie van de koper van een woning
Een echtpaar kocht een woning en kort daarna een tweede woning. De vraag was of de verkrijging van beide woningen belast kon worden met het verlaagde tarief voor de overdrachtsbelasting van 2%, ondanks dat de kopers al een koopovereenkomst hadden
Formeel recht
Persoonlijke omstandigheden en openheid van zaken leiden tot lagere boete
Een man kreeg vergrijpboetes opgelegd in verband met ten onrechte in aftrek gebrachte alimentatiebetalingen in zijn belastingaangiften over 2019 en 2020. Na een verzoek om informatie door de Belastingdienst bleek dat hij ook nadat de