Terug

Kabinetsreactie op evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding

23 mei 2024
Loonbelasting

Het ministerie van Financiën heeft onderzoek laten doen naar de onbelaste reiskostenvergoeding in de loonbelasting. De conclusie van het onderzoek is dat de regeling doeltreffend en doelmatig is.

Het onderzoeksrapport is op 5 juli 2023 naar de Tweede Kamer gestuurd. Doelstellingen van de regeling zijn het voorkomen dat de vergoeding voor zakelijke reiskosten in de loonheffingen worden betrokken en het fiscaal ondersteunen van de arbeidsmarkt. De invoering van de regeling heeft geleid tot een toename van het aantal bereikbare banen in Nederland. De regeling is doelmatig, omdat deze bijdraagt aan een verbeterde geografische koppeling van werknemers en banen. Dit leidt tot een hogere arbeidsproductiviteit.

De regeling heeft volgens de onderzoekers ook belangrijke negatieve effecten. De subdoelstelling van de regeling om negatieve milieueffecten en files te beperken wordt niet gehaald. De onbelaste reiskostenvergoeding heeft ook negatieve effecten op het gebied van gezondheid, geluidshinder en infrastructuuronderhoud en -aanleg.

De onderzoekers hebben ook zes mogelijke toekomstige beleidsrichtingen met betrekking tot de onbelaste reiskostenvergoeding beoordeeld.

  1. Verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding naar € 0,30 per kilometer.
  2. Verlaging van de onbelaste reiskostenvergoeding naar € 0,12 per kilometer.
  3. Afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer.
  4. Afschaffing van de onbelaste reiskostenvergoeding voor de auto in woon-werkverkeer.
  5. Begrenzing van de onbelaste reiskostenvergoeding tot 25 kilometer enkele reis voor het woon-werkverkeer.
  6. Differentiatie van de onbelaste reiskostenvergoeding voor de auto naar emissieklasse.

Op basis van de uitkomsten van het onderzoek ziet het kabinet geen aanleiding de regeling aan te passen.

Bronvermelding

  • datum: 23 mei 2024
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: publicatie
  • nummer: 2024-0000263977

Misschien ook intressant

Formeel recht
Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep
Heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)? Deze vraag staat centraal in het hoger beroep van de belanghebbende tegen de hoogte van de
Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een
Inkomstenbelasting
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat