Terug

Kostenopslag naheffing parkeerbelasting is geen straf

14 november 2024
Formeel recht

Recent heeft de rechtbank aan de Hoge Raad prejudiciële vragen gesteld over de kostenopslag bij naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De rechtbank wil weten of deze kostenopslag moet worden gezien als een 'criminal charge' (strafvervolging) in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en of de belastingrechter de verwijtbaarheid en proportionaliteit kan toetsen.

Achtergrond 

In de zaak ging het om een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 70,21, waarvan € 3,71 betrekking had op de parkeerbelasting en € 66,50 op de kostenopslag. De rechtbank vroeg zich af of deze kostenopslag, zoals in 1995 door de Hoge Raad werd bepaald, nog steeds als administratieve last kan worden gezien of dat deze nu als strafvervolging moet gelden. Ook wil de rechtbank weten of de belastingrechter de opslag op basis van de omstandigheden van het geval zou kunnen matigen.

Oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad bevestigt wederom dat de kostenopslag géén strafvervolging vormt, maar een administratieve last is om de kosten van de naheffingsaanslag te dekken. Hierdoor heeft de belastingrechter geen ruimte om de opslag te beoordelen op verwijtbaarheid of proportionaliteit. De opslag behoudt hiermee zijn administratieve karakter en wordt niet gezien als een 'criminal charge'.

Uitzonderingen op de kostenopslag

Wel noemt de Hoge Raad drie uitzonderlijke situaties, waarin een kostenopslag onterecht zou zijn:
•    wanneer de belastingplichtige geen redelijke kans heeft gehad om te betalen;
•    als er geen redelijke termijn was voor betaling;
•    bij acute noodsituaties waarin betaling redelijkerwijs onmogelijk was.

Wat als de kostenopslag als strafvervolging zou gelden?

Indien de kostenopslag wél als straf (‘criminal charge’) wordt gezien, zou de belastingplichtige extra rechten hebben tijdens een proces. Denk aan het recht op een eerlijk proces, het recht op rechtsbijstand en een beoordeling van de opslag op redelijkheid. De rechter zou dan in individuele gevallen de kostenopslag kunnen verlagen of zelfs doorhalen. Voor gemeenten zou dit betekenen dat zij hun beleid moeten aanpassen, mogelijk met lagere kostenopslagen of meer uitzonderingen op de naheffingen.

Conclusie

Dit arrest van de Hoge Raad biedt duidelijkheid: de kostenopslag blijft een administratieve last. Individueel maatwerk is slechts mogelijk in uitzonderlijke situaties. Het systeem van vast kostenverhaal blijft daarmee grotendeels in stand.

Bronvermelding

  • datum: 14 november 2024
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLHR20241535, 23/04840

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Geen zelfstandigenaftrek voor ondernemer, die ook werkt voor de bv van de partner
Een ondernemer heeft recht op de zelfstandigenaftrek als hij voldoet aan het urencriterium. Dat houdt in, dat de ondernemer in een kalenderjaar ten minste 1.225 uren aan zijn onderneming besteedt. De Belastingdienst heeft de zelfstandigenaftrek
Vennootschapsbelasting
Geen onbeperkte verliesverrekening voor verlengd boekjaar 2012/2013
Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd. Naar aanleiding hiervan is de vraag opgekomen of voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december
Successiewet
Schenking in 2024? Aangifte schenkbelasting voor 1 maart
Bij het ontvangen van een schenking is het meestal verplicht om aangifte te doen bij de Belastingdienst en schenkbelasting te betalen. Of aangifte nodig is, hangt af van de hoogte van het bedrag. Aangifte is in ieder geval nodig als de waarde van de