Terug

Lagere boete door vrijwillige inkeer en volledige medewerking

10 april 2025
Inkomstenbelasting

Een consultant met de Italiaanse nationaliteit meldt vrijwillig dat hij over 2010-2016 niet zijn volledige box 3-vermogen heeft aangegeven. De inspecteur legt navorderingsaanslagen op met vergrijpboetes van in totaal ruim € 170.000. De rechtsvraag is of deze boetes terecht en proportioneel zijn.

Feiten

De consultant immigreert in 2006 naar Nederland. In zijn aangiften 2010-2016 vermeldt hij niet zijn volledige buitenlandse vermogen. Hij heeft in acht verschillende landen bankrekeningen en aandelen, waaronder Australië, Jersey en de VS. Daarnaast heeft hij een onroerende zaak in Italië. Na zijn melding van vrijwillige verbetering in augustus 2021 volgt informatie-uitwisseling. De inspecteur legt in mei 2022 navorderingsaanslagen en vergrijpboetes op. Hij meent dat sprake is van grove schuld en stelt de boetes vast op 60% van de verschuldigde belasting.

De consultant voert aan dat hij niet tijdig de cautie heeft gekregen. De cautie houdt in dat iemand erop gewezen moet worden dat hij niet verplicht is antwoord te geven op de vragen die aan hem gesteld worden. Verder voert de consultant aan dat het boetedossier incompleet is. Daarnaast is volgens hem geen sprake van grove schuld en hij is van mening dat de boetes disproportioneel zijn. 

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de cautie tijdig is gegeven aan het begin van het hoorgesprek. Verder overweegt de rechtbank dat de klacht over een incompleet boetedossier niet slaagt. De rechtbank verklaart de beroepen tegen de navorderingsaanslagen ongegrond.

Volgens de rechtbank is wel sprake van grove schuld, omdat de consultant te lichtvaardig aannam dat zijn buitenlandse vermogen niet aangegeven hoefde te worden. Gezien de omvang van het vermogen (meer dan € 10 miljoen) had hij zich beter moeten informeren. De consultant had deskundige hulp moeten inroepen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat de beperkte kennis van de Nederlandse taal de consultant juist extra voorzichtig had moeten maken.

De rechtbank acht de boetes van € 172.250 disproportioneel, aangezien sprake is van een wanverhouding tussen de ernst van het vergrijp en het totaalbedrag. De consultant heeft openheid van zaken gegeven en meegewerkt. De rechtbank matigt de boetes tot € 50.000 in totaal. De rechtbank verlaagt de boetes daarbovenop met 10%, aangezien de zaak te lang heeft geduurd. 

Conclusie

Deze uitspraak toont aan dat de rechter streng kan toetsen of vergrijpboetes proportioneel zijn. De consultant handelt met grove schuld door zijn omvangrijke buitenlandse vermogen niet aan te geven. De boete van meer dan € 170.000 was desondanks disproportioneel. De rechtbank hecht waarde aan de vrijwillige inkeer en volledige medewerking en verlaagt daarom de boetes. De uitspraak bevestigt dat bij vrijwillige inkeer zonder voorbehoud matiging van vergrijpboetes gepast is, zelfs wanneer grove schuld bewezen is. Bovendien speelt de redelijke termijn voor berechting een belangrijke rol bij het vaststellen van boetes. 
 

Bronvermelding

  • datum: 10 april 2025
  • bureau: Rechtbank Gelderland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBGEL:2024:7965

Misschien ook intressant

Subsidies
€ 148 miljoen voor stimulering Nederlandse maakindustrie
De Investeringssubsidie Maakindustrie Klimaatneutrale Economie (IMKE) is bedoeld om het opzetten van productielijnen voor elektrolyse-installaties, innovatieve zonnepanelen en batterijen te stimuleren. Voor de regeling is in totaal € 148 miljoen
Inkomstenbelasting
Geen verband tussen ziekte en medisch onderzoek: geen aftrek kosten
Onder voorwaarden komt een belastingplichtige in aanmerking voor aftrek van specifieke zorgkosten. De Wet IB 2001 vereist een causaal verband tussen de ziekte van de belastingplichtige en de gemaakte kosten voor een medische behandeling. Op de
Sociale verzekeringen
Wettelijke regels berekening WIA-dagloon zijn discriminerend
Een WW- en een WIA-uitkering worden berekend op basis van het dagloon. Dat is het loon, dat in het refertejaar is verdiend, gedeeld door het aantal dagloondagen in het refertejaar. Bij de berekening van het dagloon voor een WIA-uitkering worden ook