Terug

Loonsanctie terecht opgelegd; bedrijfsarts heeft te weinig onderzoek gedaan

15 augustus 2024
Sociale verzekeringen

In de Wet WIA is bepaald dat het UWV achteraf beoordeelt of werkgever en werknemer voldoende re-integratie-inspanningen hebben verricht. Als zonder deugdelijke grond onvoldoende re-integratie-inspanningen zijn verricht, legt het UWV de werkgever een loonsanctie op. Het UWV dient aannemelijk te maken dat een werkgever niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan en dat dit zonder geldige reden is gebeurd. Het UWV heeft voor de beoordeling van de re-integratie-inspanningen beleidsregels vastgesteld, die zijn neergelegd in de Regeling beleidsregels beoordelingskader poortwachter. Verder hanteert het UWV de Werkwijzer Poortwachter als vaste gedragslijn voor zijn arbeidsdeskundigen en verzekeringsartsen.

In een procedure over een opgelegde loonsanctie voert de werkgever aan dat de arbeidsongeschikte werkneemster ten onrechte niet door de verzekeringsarts bezwaar en beroep is gezien op een spreekuur. Volgens de rechtbank was dat niet nodig. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is van mening dat de bedrijfsarts onvoldoende onderzoek heeft gedaan en onvoldoende inzicht heeft verkregen in de aard en ernst van de problematiek van de werkneemster. Daardoor heeft hij de werkneemster niet adequaat kunnen begeleiden gedurende de Ziektewetperiode. De bedrijfsarts heeft in de periodieke evaluatie zelf aangegeven dat informatie moest worden opgevraagd, maar heeft dat niet gedaan. Daardoor is onduidelijk gebleven wat er precies speelde en was het onmogelijk om de werkneemster goed te re-integreren. Het handelen van de bedrijfsarts wordt toegerekend aan de werkgever. Gelet op de tekortkomingen in het handelen van de bedrijfsarts ziet de rechtbank niet in wat de toegevoegde waarde zou zijn geweest van een onderzoek van de werkneemster door de verzekeringsarts bezwaar en beroep.

De rechtbank is van oordeel dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat de werkgever zonder deugdelijke grond onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De loonsanctie is terecht opgelegd.

Bronvermelding

  • datum: 15 augustus 2024
  • bureau: Rechtbank Midden-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBMNE20244322, UTR 23/1561

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Feitelijk gescheiden levende gehuwden blijven elkaars fiscale partner
Een procedure voor Hof Den Bosch betrof de vraag of apart wonende gehuwden voor de belastingheffing als alleenstaande kunnen worden aangemerkt. Het geschil spitste zich toe op de vragen of sprake is van fiscaal partnerschap en of de
Overdrachtsbelasting
Startersvrijstelling overdrachtsbelasting geldt niet voor verkrijging schoolgebouw
Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken wordt overdrachtsbelasting geheven. De belasting bedraagt in beginsel 10,4% van de waarde van de onroerende zaak. Onder voorwaarden geldt voor de verkrijging van een woning een lager tarief
Belastingplan
Tweede nota van wijziging Belastingplan 2025
De staatssecretaris van Financiƫn heeft de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. De nota van wijziging bevat maatregelen, die zijn aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij het pakket