Terug

Loonstop ten onrechte opgelegd

29 augustus 2024
Arbeidsrecht

Een werkgever heeft een loonstop opgelegd aan een werknemer, die volgens een rapport van de bedrijfsarts niet ziek is. De bedrijfsarts heeft geconstateerd dat er geen medische beperkingen zijn. Er is sprake van een arbeidsgerelateerd conflict op de werklocatie van de werknemer. De werkgever heeft de werknemer overgeplaatst naar een andere locatie, waardoor de beperkingen zijn opgeheven.

De kantonrechter overweegt dat de bedrijfsarts beoordeelt of sprake is van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte. De bedrijfsarts is de deskundige en onafhankelijke instantie, die daarvoor is aangewezen. De werkgever beroept zich op een rapport van de bedrijfsarts, dat ruim drie maanden oud is. De werkgever heeft na herhaalde ziekmelding van de werknemer gevraagd om een nieuwe beoordeling door de bedrijfsarts. Een nieuw consult heeft niet plaatsgevonden. De werkgever heeft ter zitting verklaard dat er telefonisch contact is geweest met de casemanager en de arbeidsdeskundige, maar niet met de bedrijfsarts. De door de werkgever gestelde visie van de bedrijfsarts kan volgens de kantonrechter niet dienen als grondslag voor de stelling dat de werknemer niet ziek is.

De redenering van de werkgever dat slechts sprake is van een verstoorde relatie, die zich niet meer voordoet door de overplaatsing, zodat de werknemer arbeidsgeschikt moet worden geacht, is een te eenvoudige voorstelling van zaken. Gelet op het geschil over het overplaatsingsbesluit en de weergave van het kennismakingsgesprek op de nieuwe locatie kan niet zonder meer worden aangenomen dat geen sprake is van ziekte.

De conclusie van de kantonrechter is dat de loonstop niet terecht is.

Bronvermelding

  • datum: 29 augustus 2024
  • bureau: Rechtbank Noord-Holland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBNHO20247083, 11158997 \ KG EXPL 24-81

Misschien ook intressant

Sociale verzekeringen
Premie en bijdrageloon Zorgverzekeringswet 2025
De minister van VWS heeft het bijdrageloon en het bijdrage-inkomen voor de Zorgverzekeringswet voor het jaar 2025 vastgesteld op € 75.864. Dit bedrag is gelijk aan het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen voor 2025. De
Sociale verzekeringen
AOW-leeftijd blijft 67 jaar en 3 maanden in 2030
De minister van SZW heeft de AOW-leeftijd en de leeftijd, waarop de AOW-opbouw begint, voor het jaar 2030 vastgesteld. Deze leeftijden zijn gekoppeld aan de ontwikkeling van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De
Inkomstenbelasting
Wanneer kunnen fiscale partners de onderlinge verdeling van inkomsten bepalen of herzien bij navord
De Wet IB 2001 bepaalt dat fiscale partners de onderlinge verhouding van de verdeelbare posten gezamenlijk kunnen wijzigen. Dat kan in beginsel tot het moment waarop de aanslag, navorderingsaanslag, conserverende aanslag of conserverende