Terug

Mag de Belastingdienst aanmaningskosten in rekening brengen aan een buitenlands belastingplichtige?

13 februari 2025
Invordering

Een Nederlands echtpaar, dat buiten Nederland woont en Nederlands belastingplichtig is, ontving in 2020 navorderingsaanslagen. Deze navorderingsaanslagen betroffen de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen over de jaren 2008-2012. Het echtpaar maakte bezwaar tegen deze aanslagen en verzocht om uitstel van betaling. De ontvanger deelde aan het echtpaar mee, dat het stellen van zekerheid een voorwaarde is voor het verlenen van uitstel van betaling. Het echtpaar heeft geen zekerheid gesteld. De ontvanger wees daarom het verzoek tot uitstel af. Vervolgens stuurde de ontvanger aanmaningen, waarbij hij kosten in rekening bracht. Het echtpaar maakte ook tegen deze aanmaningskosten bezwaar, maar de ontvanger wees dit af. De kernvraag luidt: mag de Belastingdienst aanmaningskosten in rekening brengen aan belastingplichtigen die in het buitenland wonen?

Standpunt van de belastingplichtigen

De belastingplichtigen stellen dat de Nederlandse wetgeving niet geldt voor personen buiten Nederland. Daarom heeft de ontvanger van de Belastingdienst volgens hen niet de bevoegdheid om aanmaningskosten in rekening te brengen. Daarnaast benadrukken zij dat het uitstel van betaling onterecht is geweigerd. Dit is volgens hen extra bezwaarlijk omdat de navorderingsaanslagen nog niet definitief vaststaan en er boetes zijn opgelegd. Zij baseren hun standpunt op het OESO-modelverdrag en de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011.

Standpunt van de inspecteur

De ontvanger betoogt dat de aanmaningskosten terecht zijn opgelegd, omdat de belastingplichtigen niet binnen de wettelijke termijn hebben betaald. Hij benadrukt dat de Nederlandse invorderingsregels voor alle belastingschulden gelden, ongeacht de woonplaats van de belastingplichtige. Uitstel wordt alleen verleend bij voldoende zekerheid, bijvoorbeeld in de vorm van een bankgarantie. Omdat deze zekerheid ontbrak, is het verzoek volgens de ontvanger terecht afgewezen.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de aanmaningskosten rechtmatig in rekening zijn gebracht. De Invorderingswet geeft de ontvanger de algemene bevoegdheid om rijksbelastingen te innen. Deze bevoegdheid geldt ook voor buitenlands belastingplichtigen. De rechtbank benadrukt dat een aanmaning slechts een betalingsherinnering is en geen dwangmaatregel. Over het uitstel van betaling is het oordeel helder. Uitstel kan worden verleend, maar dat is geen verplichting. De Leidraad Invordering 2008 schrijft wel voor dat bij betwiste aanslagen meestal uitstel wordt verleend. De ontvanger mag om zekerheid vragen. Als deze niet wordt gesteld, mag het uitstel worden geweigerd. De rechtbank acht het vragen van zekerheden, zoals een bankgarantie, redelijk. Het maakt hierbij niet uit dat de belastingplichtigen in het buitenland wonen, dat de aanslagen nog niet definitief zijn en dat er boetes zijn opgelegd. Het beroep op internationale verdragen slaagt niet, omdat er geen belastingverdrag bestaat met het woonland van de belastingplichtigen.

Bronvermelding

  • datum: 13 februari 2025
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBZWB:2025:185, BRE 24/1996 t/m 24/2000 en BRE 24/2002 t/m 24/2006

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Ondernemer betrapt op drugshandel: hof bevestigt redelijkheid schatting inspecteur
Een ondernemer wordt geconfronteerd met een navorderingsaanslag nadat de inspecteur heeft ontdekt dat de ondernemer aanzienlijke inkomsten uit de handel in verdovende middelen niet heeft opgegeven. Het hof oordeelt over de vraag of de gemaakte
Inkomstenbelasting
Analyse arresten Hoge Raad box 3
Onlangs heeft de Hoge Raad geoordeeld dat ook de Wet rechtsherstel box 3 en de Overbruggingswet box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsgrondrecht schenden als het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. De staatssecretaris
Loonbelasting
Geen ingekomen werknemer
Voor de toepassing van de 30%-regeling is vereist dat de werknemer kwalificeert als ingekomen werknemer. Dat houdt onder meer in dat de werknemer door een inhoudingsplichtige is aangeworven uit een ander land. De Belastingdienst heeft het verzoek om