Terug

Minimumuurloon per 1 juli 2025 naar € 14,40

10 april 2025
Sociale verzekeringen

De bedragen van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag worden halfjaarlijks gewijzigd. Per 1 juli 2025 bedraagt het minimumuurloon voor iemand van 21 jaar of ouder € 14,40. Voor mensen, die jonger zijn dan 21 jaar, gelden van het wettelijk minimumuurloon afgeleide bedragen.

Leeftijd

Staffeling

Per uur

 21 jaar en ouder

 100,0% 

 € 14,40 

 20 jaar

 80,0% 

 € 11,52 

 19 jaar

 60,0% 

 € 8,64 

 18 jaar

 50,0% 

 € 7,20 

 17 jaar

 39,5% 

 € 5,69 

 16 jaar

 34,5% 

 € 4,97 

 15 jaar

 30,0% 

 € 4,32 

Voor werknemers, die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst in de beroepsbegeleidende leerweg (bbl), gelden in de leeftijd van 18 tot en met 20 jaar afwijkende bedragen.

 Leeftijd

 Staffeling

 Per uur

 20 jaar

 61,5% 

 € 8,86 

 19 jaar

 52,5% 

 € 7,56 

 18 jaar

 45,5% 

 € 6,55 

Het referentiemaandloon bedraagt per 1 juli 2025 bruto € 2.245,80.

Bronvermelding

  • datum: 10 april 2025
  • bureau: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
  • karakter: besluit
  • nummer: nr. 2025-0000069776, Staatscourant 2025, 12264

Misschien ook intressant

Eindejaarsactualiteiten
Vergeet de herziening van de aftrek voorbelasting niet
De btw op bedrijfsmiddelen komt in aftrek naar gelang van de mate waarin u de bedrijfsmiddelen voor btw-belaste prestaties gebruikt. Heeft u de btw op bedrijfsmiddelen in het verleden geheel of gedeeltelijk in aftrek gebracht, dan moet de aftrek
Eindejaarsactualiteiten
Wijzigingen loonkostenvoordelen per 2025
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) vervalt per 1 januari 2025. Het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers wordt voor dienstbetrekkingen, die zijn begonnen op of na 1 januari 2024, in 2025 verlaagd. Per 1 januari 2026 wordt dit LKV afgeschaft.
Inkomstenbelasting
Feitelijk gescheiden levende gehuwden blijven elkaars fiscale partner
Een procedure voor Hof Den Bosch betrof de vraag of apart wonende gehuwden voor de belastingheffing als alleenstaande kunnen worden aangemerkt. Het geschil spitste zich toe op de vragen of sprake is van fiscaal partnerschap en of de