Terug

Mogelijke opties verzachting belastingdruk box 3 voor verhuurders

10 april 2025
Inkomstenbelasting

Om de inkomstenderving van de Staat door het uitstel van de invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 te dekken, heeft het kabinet voorgesteld om het forfaitaire rendement voor overige bezittingen in 2026 en 2027 met 1,78%-punt te verhogen. De Tweede Kamer heeft gevraagd om aandacht voor de belastingdruk voor verhuurders van onroerende zaken. De staatssecretaris heeft drie mogelijke opties uitgewerkt om de belastingdruk in box 3 van verhuurders te verzachten. 

De eerste optie betreft het niet of gedeeltelijk verhogen van het forfait op overige bezittingen in 2026 en 2027. De tweede optie is de invoering van een kostenaftrek in de tegenbewijsregeling in 2026 en 2027. Dat leidt tot problemen in de uitvoering. In verband met strijd met het gelijkheidsbeginsel denkt de staatssecretaris dat de invoering van een kostenaftrek alleen voor onroerende zaken juridisch niet haalbaar is. De derde optie betreft het actualiseren van de leegwaarderatiotabel. Omdat de leegwaarderatio een forfait is waarmee beoogd wordt de werkelijkheid te benaderen, kan het hanteren van een andere tabel alleen plaatsvinden na een nieuw onderzoek. 

Of de verhoging van het forfait voor overige bezittingen zal worden ingevoerd, is onderwerp van gesprek tijdens de voorjaarsbesluitvorming.
 

Bronvermelding

  • datum: 10 april 2025
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: wetsvoorstel
  • nummer: 2025-0000092039

Misschien ook intressant

Formeel recht
Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep
Heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)? Deze vraag staat centraal in het hoger beroep van de belanghebbende tegen de hoogte van de
Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een
Inkomstenbelasting
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat