Terug

Negatieve spaarrente is negatief inkomen box 3

6 februari 2025
Inkomstenbelasting

Een man doet aangifte inkomstenbelasting. Hij geeft in box 3 een belastbaar inkomen aan van € 207. Omdat de rente op zijn spaarrekening negatief is, maakt hij bezwaar tegen de opgelegde aanslag. Bij de rechter voert hij aan dat zijn werkelijk rendement negatief is. De bank rekende een negatieve rente op het spaartegoed van de man.

De inspecteur is van mening dat gekeken moet worden naar alle waardeveranderingen. Volgens hem is het vermogen van de man toegenomen, waardoor geen sprake is van een lager werkelijk rendement dan het forfaitaire rendement. Daarnaast dient volgens de inspecteur bij de berekening van het werkelijk rendement geen rekening te worden gehouden met de betaalde rente omdat dat kosten zijn.

De rechtbank oordeelt dat de man bij de berekening van het werkelijk rendement terecht is uitgegaan van de ontvangen en betaalde rente op zijn spaarrekening. Uit het jaaroverzicht van de bank blijkt dat het gaat om betaalde rente, en niet om kosten voor bijvoorbeeld het hebben van een bankrekening. De door belanghebbende betaalde rente heeft betrekking op de rente die banken in rekening brachten bij spaarsaldo boven de € 100.000. Deze betaalde rente heeft daarmee een negatief resultaat op het vermogensbestanddeel tot gevolg, waarmee rekening moet worden gehouden.

Tevens oordeelt de rechtbank dat de vermogenstoename het gevolg is van sparen. Het vermogensbestanddeel (de spaarrekening) is niet in waarde veranderd. Er is een nieuw vermogensbestanddeel bij gekomen (het gespaarde saldo). Belanghebbende heeft met het overleggen van het jaaroverzicht aannemelijk gemaakt dat zijn werkelijk rendement negatief is, en daarmee lager dan het forfaitaire rendement is. Het beroep is dan ook gegrond.

Bronvermelding

  • datum: 6 februari 2025
  • bureau: Rechtbank Gelderland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBGEL:2024:7682

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een
Inkomstenbelasting
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat
Formeel recht
Indexering griffierechten per 1 januari 2025
Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald. Per 1 januari 2025 worden de griffierechten verhoogd. De nieuwe bedragen zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Het griffierecht voor belastingzaken in eerste