Terug

Ondernemer betrapt op drugshandel: hof bevestigt redelijkheid schatting inspecteur

25 juli 2024
Inkomstenbelasting

Een ondernemer wordt geconfronteerd met een navorderingsaanslag nadat de inspecteur heeft ontdekt dat de ondernemer aanzienlijke inkomsten uit de handel in verdovende middelen niet heeft opgegeven. Het hof oordeelt over de vraag of de gemaakte inkomensschatting door de inspecteur op basis van gegevens uit een strafrechtelijk onderzoek redelijk is.

In 2018 vond de politie in de schuur van de ondernemer een grote hoeveelheid verdovende middelen, waaronder XTC, cocaïne, speed en 4,5 kg henneptoppen. Naar aanleiding van de verstrekte informatie door de officier van justitie startte de inspecteur een onderzoek. Uit een derdenonderzoek kwam aan het licht dat de ondernemer een leasecontract had afgesloten en de termijnen contant had voldaan. De inspecteur maakte een vermogensopstelling over de jaren 2014 tot en met 2017. De inspecteur maakte hiervoor gebruik van gegevens van het Nibud, contant betaalde leasekosten en de inkoopwaarde van de aangetroffen verdovende middelen. Deze gegevens werden gebruikt om een schatting te maken van de gerealiseerde maar niet opgegeven winst uit de handel in verdovende middelen.

Zowel de rechtbank als het hof oordeelde dat de ondernemer niet de vereiste aangifte heeft gedaan. De inspecteur heeft aangetoond dat de aangifte gebreken bevatte, die resulteerden in een aanzienlijk lager verschuldigd belastingbedrag dan in werkelijkheid het geval was. De inspecteur slaagde erin te bewijzen dat de ondernemer wist of had moeten weten dat door de onjuiste aangifte een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven. Het hof oordeelde dat de inspecteur een adequate vermogensopstelling heeft gemaakt. De ondernemer diende aan te tonen hoe hij in de betreffende jaren meer heeft kunnen uitgeven dan hij in zijn aangifte had opgegeven. De ondernemer slaagde daar niet in. De navorderingsaanslagen zijn terecht en op basis van een redelijke schatting opgelegd.

De ondernemer, die aanzienlijke inkomsten uit de handel in verdovende middelen niet heeft opgegeven, is volgens het hof terecht aangeslagen voor de verschuldigde belasting. Deze zaak onderstreept het belang van een nauwkeurige en volledige belastingaangifte, zelfs wanneer inkomsten uit illegale activiteiten afkomstig zijn.

Bronvermelding

  • datum: 25 juli 2024
  • bureau: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHSHE20242078 , 22/1687 tot en met 22/1694

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Verlaagd btw-tarief voor verhuur zeiljachten
Een ondernemer biedt een 'all-in' jaarabonnement voor zeiljachten aan en meent dat het verlaagde btw-tarief voor sportbeoefening daarop van toepassing is. De inspecteur stelt echter dat deze dienst belast is met 21% btw. De casus belandt uiteindelijk
Formeel recht
Mag een bestuursorgaan in hoger beroep terugkomen op eerdere ontvankelijkverkaring bezwaar?
Hof Amsterdam heeft onlangs geoordeeld over de vraag of een bestuursorgaan in een belastingzaak in de beroepsfase alsnog de tijdigheid van een eerder ontvankelijk verklaard bezwaar aan de orde mag stellen, terwijl dit bezwaar inhoudelijk is
Overdrachtsbelasting
Villa met praktijkruimte: is de praktijkruimte onderdeel van de woning?
Een echtpaar kocht een villa, die voorheen als woonhuis en praktijkruimte van een huisarts diende, en betaalde 2% overdrachtsbelasting over de koopsom. Echter, toen de inspecteur op de hoogte raakte van de aankoop, legde hij een naheffingsaanslag