Terug

Toepassing eigenwoningregeling bij besluit tot verkoop voor juridische levering woning

28 november 2024
Inkomstenbelasting

De Belastingdienst is van mening dat de eigenwoningregeling niet van toepassing is wanneer vóór de juridische levering van een woning wordt besloten tot verkoop daarvan. De casus, waarop dit standpunt is gebaseerd, is de volgende. Een belastingplichtige heeft een eigen woning. Hij sluit een koopovereenkomst voor een bestaande woning, die hij als eigen woning wil gaan gebruiken. Voordat de woning wordt geleverd, besluit hij om daar niet te gaan wonen. De belastingplichtige laat de juridische levering echter doorgaan om te voorkomen dat hij de contractuele boete wegens niet nakoming moet betalen. Direct na de levering zet de belastingplichtige de woning te koop.

Deze woning kwalificeert niet als eigen woning, omdat de belastingplichtige ten tijde van de levering  niet (meer) de bedoeling heeft om in deze woning te gaan wonen. De woning voldoet niet aan de voorwaarde dat deze uitsluitend bestemd is om de belastingplichtige in het kalenderjaar of in een van de daaropvolgende drie jaren anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking te staan. Dit betekent dat de eigenwoningregeling niet van toepassing is.

Bij de aankoop van een nieuwbouwwoning of een bouwkavel kan dit anders zijn als de belastingplichtige op het moment van de aankoop de bedoeling heeft om in de nieuwe woning te gaan wonen. Als in die situatie de belastingplichtige enige tijd later besluit om de woning te verkopen, kan met een beroep op een goedkeuring uit een besluit van de staatssecretaris van Financiën uit 2009 de eigenwoningregeling worden toegepast tot het moment waarop de woning voor de verkoop wordt bestemd.

Bronvermelding

  • datum: 28 november 2024
  • bureau: Belastingdienst
  • karakter: publicatie
  • nummer: KG051202413

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een
Inkomstenbelasting
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat
Formeel recht
Indexering griffierechten per 1 januari 2025
Om een procedure voor de rechter te kunnen voeren, moeten griffierechten worden betaald. Per 1 januari 2025 worden de griffierechten verhoogd. De nieuwe bedragen zijn gepubliceerd in de Staatscourant. Het griffierecht voor belastingzaken in eerste