Terug

Van hooischuur naar hoofdpijndossier

20 februari 2025
Inkomstenbelasting

Een dga heeft een voormalige hooischuur bij zijn woning verbouwd tot kantoorruimte. Deze ruimte stelt hij vervolgens ter beschikking aan zijn eigen bv. De dga doet geen aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) 2017. De inspecteur stelt de aanslag ambtshalve vast. Dit leidt tot discussie over het resultaat uit overige werkzaamheden. De dga stelt dat het resultaat uit overige werkzaamheden berust op een onjuiste schatting van de inspecteur. Hij betwist daarnaast de toepassing van omkering en verzwaring van de bewijslast, de aanwezigheid van een nieuw feit, interne compensatie en de foutenleer. De inspecteur verdedigt de aanslag met een beroep op deze leerstukken. Het hof heeft uiteindelijk geoordeeld dat de aanslag correct is vastgesteld.

Standpunt van de dga

De dga voert aan dat het resultaat uit overige werkzaamheden te hoog is vastgesteld. Daarnaast stelt hij dat de inspecteur geen recht heeft op omkering en verzwaring van de bewijslast. Hij betoogt dat hij na ontvangst van de aanslag alsnog een aangiftebiljet IB/PVV 2017 heeft ingediend en dat dit, samen met het tijdig indienen van een bezwaarschrift, moet gelden als een tijdige aangifte. Verder betwist hij het bestaan van een nieuw feit, dat navordering rechtvaardigt. Ook meent hij dat de inspecteur zich ten onrechte beroept op interne compensatie en de foutenleer.

Standpunt van de inspecteur

De inspecteur stelt dat de dga geen aangifte IB/PVV 2017 heeft ingediend binnen de in de aanmaning daartoe gestelde termijn, waardoor de bewijslast is omgekeerd en verzwaard. Hij verdedigt de aanslag bovendien met een beroep op interne compensatie, waarmee hij beoogt de correcties binnen de aanslag te verschuiven om zo de aanslag in stand te houden. Daarnaast meent de inspecteur dat sprake is van een nieuw feit, dat navordering rechtvaardigt. Tot slot stelt de inspecteur dat de foutenleer terecht is toegepast bij de vaststelling van het resultaat uit overige werkzaamheden.

Oordeel van het hof

Het hof oordeelt dat de dga geen aangifte heeft ingediend binnen de in de aanmaning daartoe gestelde termijn. Alhoewel belanghebbende na ontvangst van de aanslag IB/PVV 2017 alsnog een aangifte heeft ingediend, geldt dat door het overschrijden van alle termijnen die indiening niet kan gelden als het indienen van de vereiste aangifte. De tijdige indiening van het bezwaarschrift doet volgens het hof niet af aan deze conclusie. Het hof stelt tevens vast dat de dga niet overtuigend heeft aangetoond dat de aanslag te hoog is. De inspecteur heeft zijn schatting van het inkomen voldoende onderbouwd en deze schatting is redelijk. Bovendien bevestigt het hof dat de inspecteur zich terecht op interne compensatie en de foutenleer beroept. Het hoger beroep is daarom ongegrond verklaard.

Conclusie

Deze zaak benadrukt het belang van een tijdige en juiste aangifte, vooral wanneer sprake is van inkomsten uit overige werkzaamheden. Bij te late indiening kan de Belastingdienst de bewijslast omkeren en een schatting maken, die vaak lastig te betwisten is.
 

Bronvermelding

  • datum: 20 februari 2025
  • bureau: Gerechtshof 's-Hertogenbosch
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:GHSHE:2024:3242

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Termijn voor indienen suppletie omzetbelasting
De Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalt dat belastingplichtigen verplicht zijn om de inspecteur mededeling te doen van onjuistheden of onvolledigheden in voor de belastingheffing van belang zijnde gegevens en inlichtingen. Voor de
Overige heffingen
Parkeerbelasting voor pakketbezorgers per levering beoordelen
Voor het betalen van parkeerbelasting geldt een uitzondering als sprake is van ‘het onmiddellijk laden of lossen van zaken’. Een bezorger die pakketten met groente en fruit aflevert, beroept zich op deze uitzondering. Hij heeft stilgestaan op een
Algemeen
Verklaring betalingsgedrag nu ook online aanvragen
Vanaf nu is het mogelijk om online een verklaring betalingsgedrag aan te vragen. Met een verklaring betalingsgedrag wordt aangetoond dat er geen openstaande belastingaanslagen of andere vorderingen zijn op naam van een onderneming. Er zijn drie