Terug

Verdeling van aftrekposten door fiscale partners kan later aangepast worden

13 februari 2024
Inkomstenbelasting

Een echtpaar woonde met hun twee kinderen in een eigen woning. De eigen woning is gefinancierd met een hypothecaire lening. In hun aangiften inkomstenbelasting over 2018 hebben de echtgenoten de negatieve inkomsten uit de eigen woning zodanig verdeeld dat dit voor hen het meest gunstige fiscale resultaat opleverde. De negatieve inkomsten uit de eigen woning bestaan uit het eigenwoningforfait verminderd met de betaalde rente op de hypothecaire lening.

De inspecteur accepteert de aangifte zoals ingediend en legt op basis daarvan een aanslag op. Een jaar later komt het echtpaar tot de conclusie dat de rente foutief is opgegeven. Daarom dienen de echtgenoten over 2018 herziene aangiften in. In deze aangiften kiezen ze voor een andere verdeling van de aftrekpost voor de eigen woning. De inspecteur legt een navorderingsaanslag op, maar wijkt daarbij af van de gekozen verdeling van de aftrekpost. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de oorspronkelijk gekozen verdeling van de aftrekpost heeft gehanteerd. Het echtpaar gaat in hoger beroep. De rechtsvraag in hoger beroep is of een belastingplichtige mag terugkomen op de eerder gekozen verdeling van de aftrekpost ter zake van de eigen woning.

Echtgenoten zijn volgens de wet elkaars fiscale partner. Fiscale partners mogen bepaalde inkomensbestanddelen en aftrekposten onderling verdelen om een zo goed mogelijk fiscaal resultaat te verkrijgen. Dit is toegestaan tot het moment dat de aanslagen of navorderingsaanslagen van de belastingplichtige en zijn partner onherroepelijk vaststaan. De inspecteur beroept zich op de parlementaire geschiedenis uit 2009, waar staat dat een belastingplichtige en zijn fiscale partner de verdeling kunnen wijzigen tot het moment dat de aanslag van één van hen onherroepelijk vaststaat.

De rechtbank volgt de zienswijze van de inspecteur, maar het hof oordeelt anders. Een belastingplichtige en zijn fiscale partner mogen de onderlinge verdeling van gemeenschappelijke inkomensbestanddelen aanpassen tot het moment dat de aanslagen of de navorderingsaanslagen van de belastingplichtige en van de fiscale partner onherroepelijk vaststaan. Volgens het hof heeft de inspecteur zich beroepen op de oude parlementaire geschiedenis. Door een aanpassing van de wet is het belang daarvan vervallen.

Tot slot een tip: in deze casus duurde de behandeling van het hoger beroep meer dan twee jaar, waardoor het echtpaar in beginsel recht had op een vergoeding voor immateriële schade. Deze schadevergoeding wordt alleen toegekend als daar om wordt verzocht. Dit was hier niet het geval. Neem daarom in uw bezwaar- of beroepschrift een zin op waarin u, voor het geval de behandeling van het bezwaar of het (hoger) beroep onverhoopt langer duurt, verzoekt om  toekenning van een vergoeding voor immateriële schade.

Bronvermelding

  • datum: 13 februari 2024
  • bureau: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLGHARL20241090, 21/1408

Misschien ook intressant

Personeel
Loonkostenvoordelen
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) vervalt per 1 januari 2025. Het loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers wordt voor dienstbetrekkingen, die zijn begonnen op of na 1 januari 2024, in 2025 verlaagd. Per 1 januari 2026 wordt dit LKV afgeschaft.
Inkomstenbelasting
Verzwijgen van omzet en de valkuil van een bankrekening op eigen naam
Een bv, die een nertsenfokkerij dreef, heeft bewust omzetbedragen buiten het zicht van de Belastingdienst op een Luxemburgse bankrekening laten storten. De bankrekening stond op naam van de dga van de bv. De inspecteur kwam dit op het spoor nadat de
Omzetbelasting
Vervallen laag tarief omzetbelasting per 1 januari 2025 voor agrarische leveringen
Toepassing van het lage tarief van de omzetbelasting voor agrarische goederen is door het afschaffen van de landbouwregeling achterhaald. Sindsdien levert omzetbelasting op de inkoop voor agrariƫrs geen financieel nadeel meer op. In het Belastingplan