Terug

Vergoedingen onbelast, maar fiscaal gezien loon

24 april 2025
Loonbelasting

Sinds de invoering van de werkkostenregeling (WKR) in 2011 is het loonbegrip in de loonbelasting verruimd. Werkgevers kunnen sindsdien vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen als eindheffingsbestanddeel. Daardoor blijven ze onder voorwaarden onbelast, bijvoorbeeld via gerichte vrijstellingen of de vrije ruimte. Fiscaal gezien blijven dit soort posten wél gewoon loon. De aanwijzing als eindheffingsbestanddeel verandert daar niets aan. De Hoge Raad heeft onlangs bevestigd dat de kwalificatie als loon ook doorwerkt in andere regelingen waarin het loonbegrip centraal staat. In die casus ging het om de pseudo-eindheffing bij excessieve vertrekvergoedingen. 

In 2018 beëindigt een onderneming de dienstbetrekking met een werknemer die in aanmerking komt voor de 30%-regeling. De werknemer ontvangt in 2018 en 2019 vertrekvergoedingen zoals gedefinieerd in de Wet op de Loonbelasting. Om de hoogte van vertrekvergoedingen te bepalen, wordt gebruikgemaakt van het zogenoemde toetsloon. Het toetsloon berekent het gemiddelde loon van de werknemer over een bepaalde periode. Dit dient als maatstaf voor de maximaal toelaatbare vertrekvergoeding. 

De vertrekvergoeding volgt een specifiek belastingregime:

  • tot een drempel van 50% van het toetsloon (met een maximum van € 75.000) wordt de vergoeding belast tegen het normale loonbelastingtarief; 
  • het deel boven de drempel van 50% wordt belast tegen een bijzonder hoog tarief van 75%.

Het kernpunt van het gechil bij de Hoge Raad is of de extraterritoriale vergoedingen die onder de 30%-regeling vallen, en waarvoor geen eindheffing bij de werkgever plaatsvindt, moeten worden meegenomen bij de berekening van het toetsloon. De Hoge Raad oordeelt dat deze vrijgestelde vergoedingen wel degelijk onderdeel moeten uitmaken van de berekening van het toetsloon. Hiermee vernietigt de Hoge Raad het eerdere arrest en de uitspraak van zowel het hof als de rechtbank. 

De praktische gevolgen van dit arrest zijn aanzienlijk voor werkgevers. Zij moeten nu bij de berekening van vertrekvergoedingen rekening houden met alle loonbestanddelen, inclusief de onder de 30%-regeling vrijgestelde vergoedingen. Dit kan leiden tot: 

  • hogere belastingheffing bij vertrekvergoedingen; 
  • een noodzaak tot herberekening van eerdere vertrekvergoedingen; en
  • ingrijpende aanpassingen van administratieve processen rond expatvergoedingen.

Bronvermelding

  • datum: 24 april 2025
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:HR:2025:508

Misschien ook intressant

Successiewet
Kamerbrief aanpassingen in bedrijfsopvolgingsregeling en doorschuifregeling
Bij de behandeling in de Tweede Kamer van het initiatiefwetsvoorstel over de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) is discussie ontstaan over een amendement, dat afgelopen najaar is aangebracht in de Wet aanpassing fiscale
Subsidies
Openstelling Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie
In 2023 is de Subsidiemodule Agrarische Bedrijfsadvisering en Educatie (SABE) voor het eerst opengesteld. Doel van de SABE is het ondersteunen van landbouwondernemers, die hun kennis over verduurzaming van de bedrijfsvoering willen vergroten. In
Sociale verzekeringen
Tussentijds beƫindigen arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan alleen tussentijds worden opgezegd als dat recht schriftelijk is overeengekomen en voor beide partijen geldt. Een werknemer heeft geen recht op WW als de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd