Terug

Verkoop woning aan bv tegen (te) hoge prijs. Bevoordeling?

30 mei 2024
Inkomstenbelasting

Een dga verkoopt in 2015 zijn woning aan zijn bv. Een jaar later verkoopt de bv de woning voor een flink lager bedrag aan de ex-echtgenote van de dga. De inspecteur stelt dat de verkoop aan de bv voor een te hoge prijs is gedaan en legt een navorderingsaanslag op. Naar de mening van de inspecteur is sprake van een bevoordeling van de dga door de bv, gezien het verschil tussen de waarde in het economisch verkeer en de verkoopwaarde van de woning. Er volgt een procedure over de vraag of de dga is bevoordeeld door de bv. 

Uitdeling van winst

Een bv doet een uitdeling van winst aan haar aandeelhouder wanneer er een vermogensverschuiving plaatsvindt van de bv naar de aandeelhouder, waardoor geld of goed aan het vermogen van de bv wordt onttrokken. De onttrekking moet gedekt zijn door in de bv aanwezige winst en zowel de aandeelhouder als de bv moet zich van de vermogensverschuiving bewust zijn geweest. De bewijslast voor een uitdeling van winst rust op de inspecteur.

Aan- en verkoop door bv

Op 2 november 2015 is mondeling overeengekomen dat de bv de woning van de dga koopt. De verkoop is op 16 februari 2016 schriftelijk vastgelegd. In de overeenkomst staat dat de koopsom € 513.000 bedraagt, dat de woning in gebrekkige staat van onderhoud verkeert en dat de verkoper niet op de hoogte is van de aanwezigheid van asbest. In 2016 onderzocht de bv de mogelijkheden tot verkoop van de woning. De ex-echtgenote toonde haar interesse en liet een bouwtechnische keuring uitvoeren. In het keuringsrapport van 25 oktober 2016 staat dat in de woning asbesthoudend materiaal is verwerkt en dat de verkoper of diens vertegenwoordiger (de dga) hiermee bekend was. Op 2 augustus 2016 is tussen de bv enerzijds en de ex-echtgenote en haar nieuwe partner anderzijds onder voorwaarden overeenstemming bereikt over de verkoop van de woning. In opdracht van de bv wordt de waarde van de woning door een taxateur vastgesteld op € 372.000. De taxateur schat in dat de kosten met betrekking tot asbestverwijdering en achterstallig onderhoud € 25.000 respectievelijk € 32.000 bedragen. Op 6 november 2016 zijn de bv en de ex-echtgenote een koopsom van € 325.000 overeengekomen.

Beoordeling door de belastingdienst

De inspecteur heeft in 2019 de taxatiewaarde door een taxateur van de belastingdienst laten beoordelen. Deze taxateur taxeert de woning op € 375.000. De inspecteur stelt, op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad, dat bij de verkoop van de woning aan de bv sprake is van een bevoordeling van de dga door de bv. Volgens de inspecteur was de dga zich bewust van het verschil tussen de waarde en verkoopprijs. De inspecteur heeft over 2015 een navorderingsaanslag opgelegd, waarbij hij is uitgegaan van een bevoordeling voor het verschil tussen € 513.000 en € 375.000. 

Verweer van de dga

De dga stelt dat hij zakelijk heeft gehandeld en dat hij de woning niet voor een te hoge prijs aan de bv heeft verkocht. De dga onderbouwt zijn stelling door te verwijzen naar de WOZ-waarde met peildatum van 1 januari 2015 van € 485.000. Verder verklaart hij niets te hebben geweten van de aanwezigheid van asbest.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht het niet aannemelijk dat de woning in minder dan een jaar tijd zoveel in waarde is gedaald. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur geslaagd is in zijn bewijslast dat ten tijde van de verkoop de waarde van de woning aanzienlijk lager was dan de verkoopprijs én dat de dga en de bv zich hiervan bewust waren. De dga slaagt er echter in aannemelijk te maken dat er geen bevoordelingsbedoeling speelde bij de verkoop van de woning aan de bv. De WOZ-waarde van de woning was wel lager dan de verkoopprijs, maar het verschil was niet groot. Daar komt bij dat de WOZ-waarden vaak aan de lage kant worden vastgesteld. Ook was ten tijde van de verkoop de latere taxatiewaarde bij de dga nog niet bekend. 

Tip voor de dga

Wanneer u als dga zaken doet met uw bv, let er dan op dat u uw dossier op orde heeft. Leg de onderbouwing goed vast en schrijf uw beweegredenen op. Dit kan fiscaal leed voorkomen. Heeft u vragen over de onderbouwing of heeft u een andere vraag, neem dan gerust contact op.

Bronvermelding

  • datum: 30 mei 2024
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBZWB20242949, 22/4980 en 22/4982

Misschien ook intressant

Agro
Nieuwe pachtnormen per 1 juli 2024
Jaarlijks worden per 1 juli de hoogst toelaatbare pachtprijzen voor akkerbouw- en grasland, tuinland, agrarische gebouwen en agrarische woningen vastgesteld. De nieuwe pachtnormen zijn berekend op basis van de bedrijfsresultaten van middelgrote en
Inkomstenbelasting
Terugbetaling ten onrechte ontvangen vergoeding geen negatief loon
De rechtbank Gelderland heeft onlangs geoordeeld over de vraag of de terugbetaling van een onterecht ontvangen vergoeding van een ex-werkgever als negatief loon kan worden aangemerkt voor de inkomstenbelasting. Het geschil betrof de aanslag
Inkomstenbelasting
Waardestijging woning belast in box 3?
Een inwoner van Duitsland bezit een woning in Nederland. Naar aanleiding van het tumult omtrent box 3 dient hij een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting 2017 en 2018 in. De inspecteur reageert op het verzoek met het