Terug

Villa met praktijkruimte: is de praktijkruimte onderdeel van de woning?

20 juni 2024
Overdrachtsbelasting

Een echtpaar kocht een villa, die voorheen als woonhuis en praktijkruimte van een huisarts diende, en betaalde 2% overdrachtsbelasting over de koopsom. Echter, toen de inspecteur op de hoogte raakte van de aankoop, legde hij een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op. Hij stelde dat de voormalige praktijkruimte apart beoordeeld moest worden en geen woning was. 
 
Juridisch kader

Bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken is overdrachtsbelasting verschuldigd. Er geldt een algemeen tarief van 10,4% en een laag tarief van 2% voor woning, die als hoofdverblijf voor de verkrijger gaan dienen. Over het begrip woning heeft de Hoge Raad meerdere arresten gewezen. In eerste instantie moet worden gekeken naar het doel waarvoor een onroerende zaak is ontworpen en gebouwd. Het lage tarief is van toepassing op de woning en op aanhorigheden bij de woning.

Standpunten partijen

De inspecteur legde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op, uitgaande van het algemene tarief over de waarde van de praktijkruimte. De nieuwe eigenaren waren het hier niet mee eens. Ze voerden aan dat de praktijkruimte, die al ingrijpend was verbouwd, ten tijde van de aankoop volledig als onderdeel van het huis werd gebruikt. Er was geen afgescheiden praktijk meer; alle kamers waren qua stijl en functionaliteit volledig in het woonhuis geïntegreerd. Ondanks deze veranderingen beriep de inspecteur zich op jurisprudentie van de Hoge Raad. Volgens deze arresten is een ruimte, die oorspronkelijk als praktijk is ontworpen, zelfs na verbouwing principieel geen deel van de woning. 
 
Oordeel rechtbank

De rechtbank werd gevraagd te oordelen of het gehele pand als woning kon worden aangemerkt voor de overdrachtsbelasting. De rechtbank oordeelde dat het oorspronkelijke doel van een gebouw doorslaggevend is. Een pand, dat niet als woning is gebouwd, maar later is aangepast voor bewoning, blijft een niet-woning tenzij ingrijpende verbouwingen noodzakelijk zijn om het weer als niet-woning te gebruiken. In dit geval waren de verbouwingen niet voldoende om het pand als woning te classificeren. De rechtbank concludeerde dat de praktijkruimte nog steeds als zodanig gebruikt kon worden.
 
Hier hield het oordeel van de rechtbank echter niet op. De rechtbank merkte op dat de praktijkruimte een aanhorigheid bij de woning zou kunnen zijn. Volgens de wetsgeschiedenis sluit de overdrachtsbelasting voor het begrip aanhorigheden aan bij de uitgangspunten die gelden voor de eigenwoningregeling in de inkomstenbelasting. Uit de voor de inkomstenbelasting gewezen rechtspraak volgt dat van een aanhorigheid sprake is indien (een gedeelte van) een onroerende zaak naar objectieve maatstaven behoort bij de woning, daarbij in gebruik is en daaraan dienstbaar is. Aanhorigheden zijn serres, aanbouwen, schuren en garages. Op basis van deze interpretatie oordeelde de rechtbank dat de gehele aankoop van het pand, inclusief de voormalige praktijkruimte, onderworpen was aan het lage tarief van 2% overdrachtsbelasting.

Les

Een belangrijke les uit deze zaak is dat de oorspronkelijke functie van een gebouw zwaar kan wegen bij de beoordeling door de belastingdienst. Echter, zoals deze zaak illustreert, kunnen ook aanpassingen en de integratie van praktijkruimtes in de woning doorslaggevend zijn.

Tip! Laat, voordat u overgaat tot aankoop, een gedetailleerde inspectie uitvoeren en een juridisch advies opstellen. Dit kan helpen om misverstanden over de belastingtarieven te voorkomen en om zeker te zijn dat de ruimtes binnen de woning als één geheel worden gezien. Dit kan u, zoals het echtpaar in dit artikel, uiteindelijk helpen om in aanmerking te komen voor het lagere tarief van 2% overdrachtsbelasting.

Bronvermelding

  • datum: 20 juni 2024
  • bureau: Rechtbank Noord-Nederland
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLRBNNE20241526, LEE 23/3612

Misschien ook intressant

Omzetbelasting
Verlaagd btw-tarief van toepassing bij sporten op het strand
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat buitensportactiviteiten op en rond het strand onder het verlaagd btw-tarief kunnen vallen. Voorwaarde is wel dat er gebruik kan worden gemaakt van een accommodatie met het oog op de voorbereiding voor het beoefenen
Inkomstenbelasting
Aangifte is impliciet verzoek om doorschuiven verkrijgingsprijs
Een zoon erft in 2011 de helft van de aandelen van een bv van zijn moeder. In de aangifte inkomstenbelasting van moeder over 2011 is destijds geen (fictief) vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang vermeld. Ook is er geen schriftelijk verzoek
Overige heffingen
WOZ: Vergelijkingsobjecten uit andere dorpskern bruikbaar
Een woningeigenaar is het niet eens met de WOZ-waarde van zijn woning. De woningeigenaar vindt onder meer dat de vergelijkingsobjecten niet bruikbaar zijn, omdat die in een andere kern zijn gelegen. De heffingsambtenaar van de gemeente is het daar