Terug

Waardestijging woning belast in box 3?

27 juni 2024
Inkomstenbelasting

Een inwoner van Duitsland bezit een woning in Nederland. Naar aanleiding van het tumult omtrent box 3 dient hij een verzoek tot ambtshalve vermindering van de aanslagen inkomstenbelasting 2017 en 2018 in. De inspecteur reageert op het verzoek met het opleggen van navorderingsaanslagen, omdat de woning voor minder dan de WOZ-waarde in de aangiften is opgenomen Er volgt een procedure over de vraag of ongerealiseerde vermogenswinsten door waardestijging van de woning in de heffing in box 3 mogen worden betrokken.

Voor het hof was in geschil of de box 3 heffing in strijd is met artikel 14 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) en artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: EP). De inspecteur stelt dat het inkomen in box 3 moet worden berekend naar de voor de belastingplichtige fiscaal meest voordelige uitkomst zoals voorzien in de wet IB 2001 dan wel in het Besluit rechtsherstel box 3. Volgens de inspecteur vormen de waardestijgingen ongerealiseerde vermogenswinsten.

Het hof oordeelt dat de Wet rechtsherstel box 3 (hierna: Herstelwet) geen fiscaal voordelige uitkomst biedt voor de eigenaar. Het hof oordeelt dat hij, in afwijking van de Herstelwet, een compensatie moet krijgen, die aansluit bij het werkelijke rendement. Er was echter geen directe vermogensopbrengst in de vorm van huur. Het hof oordeelt dat ongerealiseerde vermogenswinsten niet binnen het begrip "werkelijk behaald rendement" passen en vernietigt de navorderingsaanslagen. De staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad oordeelt dat de rechter mag ingrijpen wanneer het belastingstelsel van box 3 leidt tot een schending van het EVRM en het EP en verwijst naar een van zijn arresten van 6 juni 2024. Het rendement van een woning moet worden bepaald door het verschil in waarde op de eerste en de laatste dag van een kalenderjaar. Die waarden moeten worden vastgesteld in overeenstemming met de Wet WOZ. De zaak is verwezen naar Hof Arnhem-Leeuwarden.

Bronvermelding

  • datum: 27 juni 2024
  • bureau: Hoge Raad
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLHR2024857, 23/01736

Misschien ook intressant

Ondernemingswinst
Herinvesteringsreserve voor afsluitvergoeding niet mogelijk
De boekwinst, die een ondernemer behaalt bij de vervreemding van een bedrijfsmiddel, is belast. De belastingheffing kan worden uitgesteld door de boekwinst op te nemen in een herinvesteringsreserve. De herinvesteringsreserve wordt vervolgens
Omzetbelasting
Verkoop woningbouwkavels belast met btw?
Een tuinbouwer zag zich door een wijziging van het bestemmingsplan gedwongen om zijn activiteiten te beƫindigen. Met de gemeente heeft hij een overeenkomst gesloten waarbij hij zich verplichtte zijn bedrijfsgebouwen te saneren. De tuinbouwer ontving
Loonbelasting
Geen ingekomen werknemer
De 30%-regeling is op verzoek van toepassing op een ingekomen werknemer met een specifieke deskundigheid, die op de Nederlandse arbeidsmarkt schaars is. De regeling is alleen van toepassing als de werknemer uit een ander land is aangeworven en die