Terug

Wet excessief lenen en samenwerkingsverbanden

18 september 2024
Belastingplan

De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap regelt dat als een aanmerkelijkbelanghouder meer dan € 500.000 leent van de eigen vennootschap, het bovenmatige deel wordt belast in box 2. Het maximumbedrag wordt vervolgens verhoogd met het bedrag van dit bovenmatige deel. In beginsel worden alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen in aanmerking genomen. Daardoor kunnen dubbeltellingen ontstaan in het geval een participant in een samenwerkingsverband een aanmerkelijk belang heeft in een bv, die een lening heeft verstrekt aan dat samenwerkingsverband. De dubbeltelling ontstaat doordat een crediteur van een personenvennootschap volgens het private recht twee samenlopende vorderingsrechten heeft die onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld.

De voorgestelde maatregel regelt dat verplichtingen die voortkomen uit de verbondenheid van de participanten in een samenwerkingsverband, worden uitgesloten van het schuldenbegrip. Daarnaast wordt een samentelbepaling ingevoerd voor situaties waarin een schuld voor meer dan de nominale waarde bij verschillende belastingplichtigen die participeren in een samenwerkingsverband in aanmerking wordt genomen bij de berekening van het fictief regulier voordeel.

Bronvermelding

  • datum: 18 september 2024
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: wetsvoorstel

Misschien ook intressant

Belastingplan
Aanpassingen kindgebonden budget
Het kabinet stelt een aantal aanpassingen van het kindgebonden budget voor. Het maximumbedrag voor het eerste kind gaat van € 2.436 in 2024 naar € 2.511. De afbouw van de bedragen gaat van 6,75% in 2024 naar 7,10%. De verhoging van het
Belastingplan
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025
Met de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 zijn de volgende maatregelen ingevoerd in de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregelingen aanmerkelijk belang (DSR ab): aan derden verhuurde onroerende zaken
Omzetbelasting
Geen fiscale eenheid omzetbelasting wegens gebrek aan financiƫle verwevenheid
Een bedrijf, dat facilitaire diensten verleent aan een stichting, meende op basis van een eerdere beschikking van de Belastingdienst dat het onderdeel was van een fiscale eenheid omzetbelasting met die stichting. De inspecteur betwistte dit en legde