Terug

Wettelijke regels berekening WIA-dagloon zijn discriminerend

15 augustus 2024
Sociale verzekeringen

Een WW- en een WIA-uitkering worden berekend op basis van het dagloon. Dat is het loon, dat in het refertejaar is verdiend, gedeeld door het aantal dagloondagen in het refertejaar. Bij de berekening van het dagloon voor een WIA-uitkering worden ook de dagloondagen in tijdvakken, waarin de betrokkene geen inkomen heeft gehad, meegeteld. Bij een WW-uitkering is dat anders. Daar worden de dagloondagen, die liggen in loonloze tijdvakken, niet meegeteld. Dit is geregeld in het Dagloonbesluit.

De Centrale Raad van Beroep is van oordeel dat de keuze van de besluitgever in het Dagloonbesluit leidt tot een ongerechtvaardigd verschil in behandeling, dat alleen is terug te voeren op arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep heeft het UWV opgedragen om een nieuwe vaststelling van het dagloon te maken voor de WIA op dezelfde wijze als dat voor de WW wordt gedaan.

Bronvermelding

  • datum: 15 augustus 2024
  • bureau: Centrale Raad van Beroep
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLINLCRVB20241525, 20/2508 WIA

Misschien ook intressant

Eindejaarsactualiteiten
Salaris dga over 2024
De dga en zijn partner zijn wettelijk verplicht om voor hun werk voor de bv ten minste een gebruikelijk loon te ontvangen. Het gebruikelijk loon is in 2024 het hoogste van de volgende bedragen: het salaris uit de meest vergelijkbare
Eindejaarsactualiteiten
Let op de hoogte van de schuld aan de eigen bv!
Houders van een aanmerkelijk belang in een bv (5% of meer van de aandelen) moeten inkomstenbelasting in box 2 betalen over schulden aan de eigen bv voor zover deze op 31 december 2024 meer bedragen dan € 500.000. Per 31 december 2023 gold een
Eindejaarsactualiteiten
Belastingheffing in box 3 als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement
Verzoek ambtshalve vermindering aanslagen inkomstenbelasting 2019 en 2020 Het ministerie van Financiƫn heeft een standpunt gepubliceerd over aanvullend rechtsherstel in box 3. Dit standpunt is ingenomen naar aanleiding van de arresten van de Hoge