Terug

Wie kan er bezwaar maken tegen parkeerboete?

30 januari 2025
Overige heffingen

Een naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt aan de kentekenhouder van de auto opgelegd. De bestuurder tekent hiertegen bezwaar aan. Hij heeft immers de auto geparkeerd zonder te betalen. De gemeente verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat er geen machtiging van de kentekenhouder was overgelegd. De rechtbank oordeelt dat de gemeente het bezwaar opnieuw moet behandelen. Bovendien beantwoordt de rechter de vraag wie eigenlijk bezwaar kan maken tegen een parkeerboete: alleen de kentekenhouder of ook de bestuurder?

Standpunt van de bestuurder

De bestuurder maakt bezwaar tegen de aan de kentekenhouder opgelegde boete. In het bezwaarschrift vermeldt hij niet dat hij de bestuurder van het voertuig was. Dit cruciale punt werd pas later in de beroepsprocedure bij de rechtbank aangevoerd. Toen de gemeente het bezwaar niet-ontvankelijk verklaarde omdat er geen machtiging was van de kentekenhouder, kwam de bestuurder hiertegen in het geweer. Hij stelt namelijk dat hij de brief van de gemeente, waarin om deze machtiging werd gevraagd, nooit heeft ontvangen. Als je een dergelijke brief niet ontvangt, kun je ook niet binnen de gestelde termijn het verzuim herstellen door alsnog een machtiging in te dienen, zo is zijn redenering.

Standpunt van de gemeente

De gemeente stelt dat zij het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Omdat niet duidelijk was dat de bestuurder de bezwaarmaker was, ging de gemeente ervan uit dat het bezwaar namens de kentekenhouder werd gemaakt. Hiervoor is een machtiging nodig. De gemeente zegt deze machtiging te hebben opgevraagd via een brief, maar kan niet bewijzen dat deze brief daadwerkelijk is verzonden.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank geeft in deze uitspraak een duidelijk kader voor bezwaren tegen parkeerboetes. Er zijn twee personen die bezwaar kunnen maken tegen een parkeerboete:

  1. de kentekenhouder van het voertuig; of 
  2. de persoon die het voertuig daadwerkelijk heeft geparkeerd (de bestuurder). Als de bestuurder bezwaar maakt, moet hij dat wel duidelijk maken. De gemeente hoeft hier niet naar te raden. 

Ieder ander moet een machtiging overleggen bij het bezwaarschrift.

In deze zaak heeft de bezwaarmaker pas in de beroepsfase aangegeven dat hij degene is die de auto heeft geparkeerd. De gemeente mocht ervan uitgaan dat het bezwaar namens de kentekenhouder was ingediend en om die reden om een machtiging vragen. Echter, als de gemeente een machtiging opvraagt en de bezwaarmaker zegt deze brief nooit te hebben ontvangen, dan moet de gemeente kunnen bewijzen dat ze de brief daadwerkelijk heeft verstuurd. In dit geval kon de gemeente alleen aantonen dat de brief “aan PostNL ter verzending is aangeboden”. Dat is volgens de rechtbank onvoldoende bewijs van daadwerkelijke verzending.

Bronvermelding

  • datum: 30 januari 2025
  • bureau: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
  • karakter: jurisprudentie
  • nummer: ECLI:NL:RBZWB:2025:105; BRE 24/1355

Misschien ook intressant

Inkomstenbelasting
Geen verband tussen ziekte en medisch onderzoek: geen aftrek kosten
Onder voorwaarden komt een belastingplichtige in aanmerking voor aftrek van specifieke zorgkosten. De Wet IB 2001 vereist een causaal verband tussen de ziekte van de belastingplichtige en de gemaakte kosten voor een medische behandeling. Op de
Sociale verzekeringen
Wettelijke regels berekening WIA-dagloon zijn discriminerend
Een WW- en een WIA-uitkering worden berekend op basis van het dagloon. Dat is het loon, dat in het refertejaar is verdiend, gedeeld door het aantal dagloondagen in het refertejaar. Bij de berekening van het dagloon voor een WIA-uitkering worden ook
Formeel recht
Rechter moet gelegenheid tot herstel bieden als geldigheid machtiging is verstreken
De rechtbank Amsterdam heeft in drie zaken het ingestelde beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat de geldigheid van de machtiging was verstreken. Het beroep is volgens de rechtbank ingediend door iemand die daartoe niet is gemachtigd. Hof Amsterdam