Terug

Wijzigingen loonbelasting

18 september 2024
Belastingplan

Gerichte vrijstelling voor OV-abonnementen

Via het Belastingplan 2024 is de gerichte vrijstelling voor OV-kaarten en voordeelurenkaarten verruimd. Daarmee is beoogd ook het privégebruik van een OV-kaart die door de inhoudingsplichtige wordt vergoed of verstrekt onder voorwaarden gericht vrij te stellen. De gerichte vrijstelling voor een verstrekte OV-kaart is niet helemaal juist geregeld. Daarom wordt voorgesteld de huidige tekst op dat punt aan te passen.
Tevens wordt voorgesteld het onderscheid tussen reizen per Nederlands openbaar vervoer en reizen met ander openbaar vervoer te laten vervallen.

Bijtelling bestelauto

Voor bestelauto’s gelden onder voorwaarden enkele uitzonderingen op algemene regel voor de bijtelling wegens privégebruik. Voor bestelauto’s, die naar aard en inrichting alleen geschikt zijn voor het vervoeren van goederen, is in principe geen sprake van bijtelling of onttrekking in de loon- of inkomstenbelasting. Voor bestelauto’s, die doorlopend afwisselend worden gebruikt door twee of meer werknemers, is de inhoudingsplichtige een eindheffing verschuldigd naar een vast bedrag per jaar per bestelauto. Die eindheffing bedraagt nu € 300. Dat bedrag gaat per 1 januari 2025 omhoog naar € 438 en wordt met ingang van 1 januari 2026 jaarlijks geïndexeerd.

Bronvermelding

  • datum: 18 september 2024
  • bureau: Ministerie van FinanciĆ«n
  • karakter: wetsvoorstel

Misschien ook intressant

Formeel recht
Bijzondere omstandigheden: proceskostenvergoeding onder de loep
Heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat sprake is van bijzondere omstandigheden in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb)? Deze vraag staat centraal in het hoger beroep van de belanghebbende tegen de hoogte van de
Inkomstenbelasting
Berekening heffingskortingen bij gedeeltelijke belastingplicht
Wanneer iemand slechts gedurende een deel van het jaar in Nederland woont, ontstaat de vraag hoe de arbeidskorting, inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) en algemene heffingskorting berekend moeten worden. In deze zaak stelde de rechtbank een
Inkomstenbelasting
Hoge Raad: ongelijke behandeling bij WGA-uitkering en arbeidskorting
In 2018 ontving de belanghebbende in een procedure naast zijn loon een WGA-uitkering. De uitkering werd rechtstreeks door het UWV aan hem uitbetaald. De belanghebbende stelt dat de arbeidskorting ten onrechte lager is vastgesteld, omdat